Episode Transcript
[00:00:05] Speaker A: Zondag begint Gannukah, het Joodse feest van het licht en een herinnering aan de tijd waarin de tempel opnieuw moest worden ingewijd. Wat betekent dit feest vandaag de dag voor Joden, maar ook voor christenen? En is het goed dat christenen dit feest juist nu meevieren met de Joodse gemeenschap? Bij mij aan tafel opperabijn Benjamin Jacobs. Rabijn Jacobs, van harte welkom in onze uitzending. Ja, dit is een thema-uitzending over Ghanouka. We gaan natuurlijk ook een beetje hebben over hoe het is om nu Ghanouka te vieren in deze tijd. We hebben een aantal vragen uit van kijkers gekregen, die gaan we ook behandelen.
Maar mijn eerste vraag is deze, want u rijdt tijdens Ghanouka, dus vanaf zondag tot volgende week zondag, rijdt u het hele land door om overal de Ghanoukia of de Menorah aan te steken. Waarom doet u dat eigenlijk? Kunt u niet veel beter thuis blijven.
[00:00:54] Speaker B: En daar Ghanouka Nou, dat is een vrije tijdsbesteding.
Nee, maar kijk, Granuca... Jodom doet niet aan zending en missie.
Maar er is één dag of één week, Granuca, waarin we de verplichting hebben om de menorah aan te steken voor de deur. Om de duisternis te verlichten. We steken aan als het al donker is.
Of het begint donker te worden, de schemering.
[00:01:25] Speaker B: Wij hebben dus ook de opdracht om een boodschap over te dragen aan de samenleving.
En die boodschap wordt van ons verlangd om die met, speciaal met Ganuka, te uiten.
[00:01:36] Speaker A: Maar u zegt het is een verplichting zelfs.
[00:01:38] Speaker B: Het is een verplichting om de menorah aan te steken.
En in principe moet die aangestoken worden in de deuropening.
Op de straat in Jeruzalem zie je dat ook overal. Net terug uit Jeruzalem zie je het nu nog niet, maar dat gaat er dus dadelijk staan. Over een menorah in de straat om de Duitsers te verlichten. Nou ja, als dat niet kan in de straat, dan is Nederland een beetje ingewikkeld, dan doe je het voor het raam.
Stel, het is te gevaarlijk.
dan doe je het gewoon op de tafel binnen.
Maar oorspronkelijk is de idee, de bedoeling is om het juist buiten aan te steken. En dus ga ik naar heel veel plaatsen toe om daar publiekelijk die menorah aan te steken. Ja.
[00:02:17] Speaker A: Kunt u kort vertellen, Ghanouka, waar gaat het ook alweer over?
[00:02:21] Speaker B: Nou, dat is een goede vraag. Als je dus de tal moet openslaan, dan wordt de vraag gesteld, wat is Ghanouka?
En is het antwoord, de menorah aansteken, het wonder van het kruikje olie. Ja, de jol.
De Maccabeërs hadden dus die strijd gewonnen, gingen naar de tempel toe.
[00:02:36] Speaker A: Die strijd tegen de Grieken was dat?
[00:02:37] Speaker B: Ja, maar tegen de Griekse mentaliteit, het Griekse denken.
Want Joden werden niet vermoord omdat ze Joods waren. Nee, Joden mochten niet God dienen op de manier zoals de Herkulische Proef God dat voor ons verlangt.
[00:02:53] Speaker A: Maar die Maccabeërs, die kwamen dus in opstand. Even uitleggen, wie waren dat ook weer, de Maccabeërs?
[00:02:59] Speaker B: Dat kan je zeggen, een groep zeer gelovige Joden.
En die begrepen, we gaan hier niet aan toegeven, aan die dwang om... Ja, hun godsdienst over te nemen, de afgerode dienst over te nemen.
[00:03:12] Speaker A: En dat was een beetje rond 170 voor Christus, als ik het even aan mijn hoofd zeg, hè? Ja.
[00:03:17] Speaker B: En heb je dus, en had je best Joden die dan, dat is altijd de makkelijkste weg kiezen, en wel meedeeën, dat heet dan de Hellenisten. Dus ze strijden dus niet alleen tegen de Grieken, maar ook tegen de Hellenisten, tegen de cultuur. Want de Joden mochten als het ware wel de Torah bestuderen als een wetenschap, maar God moest eruit.
Nou, men komt in die tempel binnen en wil dan de zevenarmige kandelaar zoals die stond in de tempel weer aansteken, maar er was geen olie. Er was maar één klein kruikje olie aanwezig, genoeg voor één dag en het bleek acht dagen te voldoen. Precies de tijd die we nodig hebben om de menorah aan te steken. Maar toch klopt het niet helemaal. Als je gaat kijken, wat is er eigenlijk gebeurd? De Talmud zegt het wonder van het kruikje olie.
Maar eigenlijk was er iets heel anders aan de hand. Namelijk, er is een strijd gevoerd, een oorlog gevoerd, tegen die Grieken. En die oorlog hebben ze gewonnen.
Dat is eigenlijk het wonder.
Dat kruikje olie is eigenlijk een bijzaak.
Een bijproduct. Stel, dat kruikje olie had helemaal niet gespeeld, hadden we dan geen ghanouka gehad. Ja, waarschijnlijk wel, maar dan zonder menorah. Dus waarom brengt de Talmud en zegt, wat is ghanouka?
Kruikje olie.
[00:04:25] Speaker A: Ja, waarom is dat dan?
[00:04:27] Speaker B: Omdat de strijd niet was om te vechten, de strijd was om die tempel in te wijden. Terug te gaan naar God.
En dat was het doel. Het was niet zomaar een strijd om land te veroveren of wat dan ook. Het was een strijd, een spirituele strijd. En dat komt naar voren op het moment dat de Joden die menorah weer willen aansteken. En die menorah heeft het doel om de wereld in de volkbreedte te verlichten. We doen niet alleen een missie, mensen hoeven niet Joods te worden, maar we hebben wel een opdracht. Met z'n allen.
Licht, trondelijke licht, brengen in de duisternis secularisatie.
[00:05:03] Speaker A: Is dit ook een gebod wat er in de Bijbel staat om Ganocha te vieren?
[00:05:07] Speaker B: Het is zeker een van de mitslot, een van de geboden.
En die staat weliswaar niet in de Tora zelf, want dit speelt later af.
Maar het komt wel uit het systeem voort.
[00:05:19] Speaker A: In de zin van?
[00:05:21] Speaker B: Nou, op een gegeven moment... Kijk, we konden een heel ander onderwerp behandelen. Hoe zit het met de ge- en verboden? En hoe zit dat met... Kijk, de Joden, om God te vergeven... Je bedoelt.
[00:05:30] Speaker A: Het is één van de geboden.
[00:05:32] Speaker B: Het is één van de geboden die op een gegeven moment op een later tijdstip is ingevoerd. Als er op een gegeven moment een vraag is, mag je wel of niet elektriciteit op de shabbat gebruiken? Toen was er geen elektriciteit. Maar er is een systeem en er rolt dan uit dat dat niet kan.
Hetzelfde met het aanzien van de menorah.
[00:05:46] Speaker A: Het wordt ook wel het lichtjesfeest genoemd, het feest van het licht. Is het ook een hoopvol feest?
[00:05:53] Speaker B: Ja, zeker.
Het moet altijd hoopvol zijn.
En dat is altijd ook een goede zaak.
Maar het heeft toch ook wel te maken met duisternis, he. En het laat zien...
Kijk, op momenten die Joden gingen strijden tegen de Egyptenaren. Eerst was er een strijdje in Modi'im, dat wonnen ze.
Dat was op zich niet zo'n wonder.
[00:06:15] Speaker A: Tegen de Egyptenaren?
[00:06:16] Speaker B: Nee, tegen de Grieken dus.
Maar dat was niet zo'n groot leger. Dus ze hadden rationeel bekeken of ze hadden kunnen winnen of kunnen verliezen. God heeft ze gehoopt en heeft ze gewonnen. Maar je kan het niet echt een wonder noemen.
Maar daarna die strijd tegen die gigantische Griekse overmacht, dat was een wonder. Maar ik wil je de vraag stellen... Hé, wacht even. Dat is totaal onverantwoord. Je maakt toch geen schijn van kans.
En er is ook zoiets van je mag niet vertrouwen op wonderen. Je mag niet zeggen, nou ik spring van de Eiffeltoren en ik hoop het wonder is dat ik niet dood neerval. Dat mag dus gewoon niet.
Dus hoe kan het wat hier was gebeurd?
Nou, één is dus zo.
Ze werden gedwongen om God aan de kant te zetten.
Dat mag je dus nooit accepteren, dus daar moet je tegen strijden.
En ze geloofden dus in dat God ze zou helpen. Maar ze geloofden ook in zichzelf.
Als je niet in jezelf gelooft, kom je ook nergens.
En dat is een van de gedachten van Ghanouka. Dus ja, we brengen licht in duisternis, zelfs als we het niet voor het raam kunnen zetten. Ik kreeg net een vraag van iemand die een artikel had geschreven over Ghanouka uit het buitenland, of we ook mensen kennen Of ik mensen ken die dus dit jaar niet meer de menorah voor het raam durven te zetten, omdat ze bang zijn.
Kijk, dan vervullen ze wel het gebod binnenin, maar het bedoel is natuurlijk dat het voor het raam staat. Maar soms is dat gewoon levensgevaarlijk. Mijn schoonouders, de ouders van mijn vrouw.
En natuurlijk in de oorlog ook, kon je echt geen menorah voor het raam gaan zetten.
[00:07:57] Speaker A: Kunt u zich een beetje verplaatsen in de makkabeien? Wat leert u van hen?
[00:08:03] Speaker B: Nou, ik kan me zeker verplaatsen in hun gedachtenwereld, en ik denk dat ik diezelfde gedachtenwereld ook nastreef.
Op een gegeven moment word je overgespoeld door een samenleving die een bepaalde richting aangeeft, en dat is niet de richting die God van ons wil, van niemand wil.
De richting van de afgegoden dienst, noem het vandaag de dag de circularisatie, of afgeroden dienen die niet bestaan en die oproepen tot allerlei gekke dingen, maar in ieder geval niet tot het dienen van de eeuwige.
[00:08:35] Speaker A: Nee, dus dat herkent u wel.
[00:08:36] Speaker B: Dat herken ik.
En daarom is het belangrijk dat je ook ieder... Kijk, bij ons een feest is nooit alleen maar geschiedenis. Als het alleen maar geschiedenis zou zijn geweest, dan besteden we er geen aandacht aan.
Nee, het is actueel.
En wat zie je dan?
Dit treft dus de totale samenleving, de ontkerkelijking, om het even in een christelijk woord te zeggen.
En daar hebben we met z'n allen een verantwoordelijkheid in.
[00:09:01] Speaker A: Maar de makabeeën trokken ten strijde en dat doet u volgens mij niet.
[00:09:06] Speaker B: Nou, de strijd, het was dus een spirituele strijd. Het moest fysiek bestreden worden, maar waar het om ging is de spirituele strijd. En daarom, als we dus Ganuka, wat is Ganuka de Menora, dat had niks te maken met oorlog voeren. Oorlog voeren was een middel om het doel te bereiken. Dus welk middel we nu moeten aanwenden, dat middel verandert van tijd tot tijd.
Maar het doel moet steeds zijn, brengen van licht in duisternis. En het licht moet zuiver zijn.
Dus de benadering moet niet zijn omdat ik x, y of z een beloning krijg of wat dan ook. Omdat God het van mij wil. En die verantwoordelijkheid voor het verdrijven van duisternis, spirituele duisternis, hebben wij dus ook naar de totale samenleving.
[00:09:49] Speaker A: Even concreet, wat gebeurt er nou tijdens Ganuka? U heeft net verteld dat u het hele land door rijdt om overal de menorah aan te steken. Maar hoe vieren Joden Ganuka?
[00:09:59] Speaker B: In principe is Ganuka een feest wat je dus thuis viert, met bekenden, met je gezin. Maar de menorah wordt geplaatst voor het raam als het buiten donker is.
Je kan het op verschillende manieren beleven. Je kan het nu gewoon gezellig met de kinderen...
Er wordt latjes gegeten, aardappelkoekjes, of vandaag nog soufkaniot. Die bestonden vroeger niet, nu wel. Een soort oliebollen. Die hebben heel veel jam.
Spelletjes met de kinderen, om te laten zien wat erachter zit. Jodom is niet alleen maar heel strikt en streng. Nee, het is ook fijn, gezellig, met elkaar.
Ik ga er bijna nooit meer thuis, want ik reis dus rond met mijn echtgenoten. De kinderen zijn inmiddels thuis uit. Maar je probeert toch ook op z'n minst één keer met kinderen en kleinkinderen samen te zijn.
[00:10:50] Speaker A: Ja, maar tijdens Chanukka, de eerste avond, want er wordt dan één kaarsje aangestoken en de laatste avond alle kaarsjes.
En daartussendoor natuurlijk een opbouw daarin. Er wordt gegeten, zegt u. Er wordt gezongen ook, gebeden neem ik aan. Dat hoort er allemaal bij bij dit feest.
En het is ook een openbaar feest, niet-joden mogen daar ook bij komen. Hoe komt dat eigenlijk dat het specifiek zo'n uitnodigend feest is, ook voor bijvoorbeeld christenen?
[00:11:18] Speaker B: Omdat de opdracht is, zoals de maimonides ook duidelijk aangeeft...
[00:11:22] Speaker A: Dat is de grote rabbijne, de maimonides, ja.
[00:11:25] Speaker B: Leeft dus 800 jaar geleden.
En hij heeft natuurlijk niet zijn eigen dingen uitgevonden. Hij brengt samen wat er al over de totaliteit in het talboek beschreven wordt.
Dat is dus om een bijdrage te leveren aan de samenleving.
Je mag je niet afzonderen van de samenleving. Je moet niet mede met dingen die verkeerd zijn.
grondbehoeden, maar je kan ook niet zeggen, ik heb er niks mee te maken, we zonden ons af, een muur om ons heen en ze zoeken het maar uit. Nee, we zijn verantwoordelijk. Er is dus verantwoordelijkheid, we hebben de verantwoordelijkheid, niet om niet-Joods te laten worden, maar wel, als iemand Joods wil worden kan dat, maar dat hoeft dus niet, maar wel om de zogenaamde zeven noarchidische geboden, waarop de normale slaverlening dient gebaseerd te zijn, om die te verspreiden. En we hebben dus wel een opdracht naar de brede samenleving.
[00:12:13] Speaker A: Ja. Vindt u het dit jaar extra spannend, ook vanwege alle onrust en bedreigingen aan het adres van de Joodse gemeenschap? Vindt u het spannender om op die publieke plekken de menorah aan te steken?
[00:12:25] Speaker B: Ja, sowieso. Wat je nu vraagt is een beetje van spannender dan weet ik hoeveel jaar geleden. Nou, mijn ouders in de oorlog hadden het natuurlijk nog veel spannender dan ik het nu heb. Want je kon er geen menorah aan steken.
[00:12:37] Speaker A: Dat begrijp ik, maar...
[00:12:38] Speaker B: Maar nu, de laatste jaren... Ja, het wordt spannender, want het is dus zo dat...
Kijk.
[00:12:46] Speaker B: Die openbare aansteek van de menorah gaat nu toch echt gepaard met beveiliging.
En dat is natuurlijk fijn dat er voor ons gezorgd wordt, maar van de zotten.
[00:12:56] Speaker A: Maar heeft u er spanning van? Ik weet niet of het zo slim is om het te doen.
[00:13:01] Speaker B: Nee, dat is wel een goede opmerking.
Daarom heb ik ook mensen, nu net nog, word ik benaderd door iemand uit het buitenland, die wil graag contact hebben met de Joodse mensen die dit jaar de menorah niet voor het raam willen aansteken uit angst. Ja, die zijn er.
Ik ben van natuur gewoon niet bang, punt. En ik ga niet toegeven aan de druk van buiten. De druk van buiten is dus, joden weg.
Daar ga ik dus niet aan toegeven. Dat is gelijk met de Maccabeërs. Die weigeren er toe te geven aan de druk van buiten af. Om afgoedendienst te gaan bedrijven.
[00:13:37] Speaker A: Maar snapt u wel dat er mensen wel bang zijn?
[00:13:39] Speaker B: Natuurlijk snap ik dat mensen bang zijn, dat respecteer ik ook, maar ik vind het een foute benadering en ik denk dat zeker in Nederland...
[00:13:46] Speaker A: Ik vind het niet goed en niet slim.
[00:13:48] Speaker B: Dat is een kwestie van gevoel. Ik vind het jammer dat ze zich bedreigd voelen. Ik ben van mening, je moet nooit voor chantage zwichten. En dat doe je dus wel. Als mensen je bang gaan maken en je geeft er aan toe en ga je dus in jezelf keren en je durft niet meer de menorah voor het raam te zetten. Ik veroordeel deze mensen niet, godbroeder, helemaal niet.
Maar ik vind het jammer dat het gebeurt.
En als je gaat kijken naar de Maccabees in die tijd had je dus ook Joden, die ook toegaven aan de druk. De zogenaamde Hellenisten, Joden die meededen met de Hellenistische, Griekse cultuur, die waren bang. Dus ze gingen meedoen. Het aantal mensen wat gemotiveerd meedoet is minimaal. De meeste uit angst.
En angst is een slechte raadgever.
[00:14:32] Speaker A: Wat is uw mooiste Ghanouka-viering ooit? Als u terugdenkt aan al die honderden keren dat u de menorah heeft aangestoken, welke is u het meeste bijgebleven?
[00:14:40] Speaker B: Nou.
[00:14:42] Speaker B: Er zijn er twee.
Eentje is Boertangen.
Dat is dus... Ja, je gaat naar het noorden, een beetje voorbij Groningen, moet nog drie kwartier rijden, dan kom je op een gegeven moment en dan houdt de wereld op en daar is dan Boertangen.
[00:14:56] Speaker A: En daar is Boertangen.
[00:14:58] Speaker B: Iedereen denkt dat ik gek ben, waarom steek ik de menorah aan op de dam in Amsterdam, of weet ik veel waar.
Ja, voor het stadhuis van Eindhoven, Nijmegen, noem maar op, de markt.
[00:15:09] Speaker A: Maar nee, Boertangen.
[00:15:10] Speaker B: Boertangen.
Daar kom ik mensen tegen die hun hele jodendom, Joodse mensen die wonen in de kontrijen, het enige wat ze hebben is één keer per jaar die menorah aansteken.
Ja, daar kwam een keertje een meneer, het is een toeristenplaats, met een vesting.
Een meneer was natuurlijk aan het bekijken daar, als toerist. En iemand, een niet-Joodse man, die die menorah daar aan het opzetten is, die zegt, hij is achter hem aan het kijken, bent u Joods? Hij zegt, ja ja.
Waar woont u in Rotterdam?
We hebben vanavond, hier steken we de muur aan.
Sindsdien komt die man ieder jaar naar Boetangen. Terwijl in Rotterdam, waar de Joodse gemeente om de hoek is, komt hij niet.
Maar nog iets anders wat me bij is gebleven, dus vanwege de plaats is het heel mooi. Het maakt indruk op mensen dat je zo ver weg gaat.
En dan komen er ieder jaar, weet ik, tachtig mensen.
En Joods en ook niet-Joods, maar ook een heleboel. De Joden uit de contrarie. Dat is vaak het enige wat ze hebben.
[00:16:09] Speaker A: Het hoogtepunt van het jaar.
[00:16:10] Speaker B: Ja. We waren een keer in...
Een menorah gestoken in Leeuwarden, ergens in de midden van de stad.
En daar is een vrouw naar mijn echtgenoot toegekomen, ze is Joods.
Maar ze is bang.
Ze heeft geen mezuzah aan de deur, maar aan de binnenkant, zodat niemand het ziet.
Durft niet naar de synagoge te gaan, want ze is bang. Bang. Ze wordt helemaal geleefd door angst. Niemand mag weten dat ze Joods is. Maar hier durft ze naar toe te gaan, omdat het publiekelijk is.
[00:16:44] Speaker A: En omdat er mensen om haar heen waren.
[00:16:46] Speaker B: Precies.
Dat is me ook bijgebleven.
[00:16:48] Speaker A: Ja, mooi.
We hebben aan onze kijkers gevraagd of ze vragen hebben voor u over Ghanouka. En er zijn een paar leuke vragen bij die we graag willen stellen. De eerste is deze. Ghanouka wordt niet in het Den Haag genoemd. Nou goed, daar hebben we het net ook al een beetje over gehad. Maar wat moeten wij als christenen nou daarmee? Is het specifiek ook een feest? Want wij voelen ons natuurlijk verbonden met het jodendom.
Is het iets waar wij als christenen wat mee moeten?
[00:17:16] Speaker B: Dat is een hele goede vraag.
Het staat dus niet in Ten Hag, maar niet alles staat in Ten Hag. We hebben schriftelijke leer en de mondelingen leer, dingen die er uit voortgekomen zijn. Gaan we nog eens zeggen uit voortgekomen.
Maar de vraag of... Wat christenen moeten doen met Chanukka, die vraag moet je aan je predikant, aan je dominee vragen, niet aan mij.
[00:17:37] Speaker A: Heeft u daar een advies over of eigenlijk niet?
[00:17:39] Speaker B: Goeie dominee vinden, goeie predikant, hem dat laten beoordelen. Kijk, sowieso meedoen is niks op tegen, maar in hoeverre dat voor de christen zelf goed is om Joodse feestdagen Eigenlijk helemaal op een Joodse manier te gaan vieren, dat is niet aan mij om wat te beslissen. Van harte welkom.
Ja, meer dan welkom. Maar wij stimuleren niet christenen om Joods te gaan leven.
Als een christen iemand wil zeggen, ik wil koosje gaan eten, ja prima. Maar ik zal het niet stimuleren, want zij hebben die verplichting niet.
[00:18:15] Speaker A: Nee, dus dat is eigenlijk een hele andere kwestie inderdaad. Volgende vraag. Wat is de relevantie van Ganuka voor Nederland als land? Dus niet voor Joden als individu, maar voor ons land?
[00:18:27] Speaker B: Nou, speciaal nu, op dit moment, denk ik dat... Kijk, er wordt wel gezegd dat Ganuka het feest van de vrijheid van godsdienst is.
Dat is natuurlijk mooi om te zeggen, want dat klinkt ook heel goed en zo, maar het is niet zo.
Er is helemaal geen vrijheid van godsdienst.
Iedereen mag zichzelf blijven, maar er zijn grenzen aan de vrijheid van godsdienst. Als ik morgen een godsdienst ga oprichten die oproept om anderen te doden of God te versmaden, dan valt dat voor mij niet onder vrijheid.
Vrijheid is alleen vrijheid als er ook beperkingen aan zitten.
Ik denk dat dat speciaal dit jaar een hele belangrijke boodschap is, want er worden meer en meer bepaalde richtingen opgedrongen.
Ja, en dat is niet goed. Als dus dat licht en die zuiverheid, waar dus de menorah voor staat, als dat ontbreekt, dan krijg je een samenleving die donkerder en duisterder wordt. En daar zijn we mee bezig op dit moment.
Ja, er is een enorme polarisatie in onze samenleving. En polarisatie is nooit goed.
[00:19:34] Speaker A: Nee. Dus de betekenis van Ghanouka voor ons land is... Heel duidelijk.
[00:19:38] Speaker B: Er is duisternis, laten we die duisternis vooral verlichten. En dan kan je zeggen, maar wie ben ik?
Als individu. Dan moet je weten, een heel klein vlammetje kan een gigantische hoeveelheid duisternis verdrijven. Iedereen van ons kan dat. En moet dat ook doen.
[00:19:53] Speaker A: Zullen we naar de volgende vraag gaan?
[00:19:56] Speaker A: De Joden vieren elk jaar acht dagen lang dat de tempel werd heringeweid, dat de menorah wordt aangestoken. Hoe beleven Joden dat nu, omdat er nu geen tempel is en omdat de menorah dus niet aangestoken wordt in de tempel?
[00:20:10] Speaker B: Nee.
[00:20:13] Speaker B: We zitten in ballingschap.
Kijk, de menorah in de tempel was dus een zevenarmige menorah.
Wat wij hebben is de achtarmige menorah met een negende om aan anderen aan te steken.
Onze menorah, de menorah en het tempel branden non-stop.
En had niet, de opdracht stond niet voor het raam om duisternis te verlichten. Wij zitten dus in het ballingschap.
En we hebben dus de opdracht om in dat ballingschap de duisternis te verdrijven.
Dus die tempel de aanwezigheid van God overal aanwezig te laten zijn, te tonen. Dat is onze opdracht. En we hopen natuurlijk dat we volgend jaar, misschien dit jaar al, allemaal in Jeruzalem zullen zijn met de komst van de moshiach en dat het een ander verhaal gaat worden. Maar ondertussen zit ik waar ik ben. En het feit dat ik nu hier zit met jou samen, dat heeft zo moeten zijn. We hebben samen gekozen om hier samen te zitten, maar uiteindelijk komt alles van boven. En waar ik me ook bevind, of ik nou Jood ben of niet Jood, waar ik me bevind, ook als ik zelf heb gekozen om er te zijn, heb ik een opdracht.
[00:21:27] Speaker A: Mijn vraag was eigenlijk, de tempel is er nu niet en je gaat terugdenken aan de herinleiding van de tempel.
[00:21:36] Speaker B: Dus moet ik er alles aan doen om die tempel, de derde tempel, terug te krijgen. Hoe kan ik dat doen?
door waar ik mij bevind de duisternis te verdrijven.
[00:21:48] Speaker A: Dat is de manier.
[00:21:49] Speaker B: Dat is de menorah in het ballingschap.
[00:21:52] Speaker A: Bij Chanukka denken joden terug aan de herovering van de tempel in Jeruzalem en de herinwijding daarvan. Is dat niet een beetje een pijnlijk onderwerp nu Israël zo vaak negatief in het nieuws komt rondom bezetting en afpakken van land en zo?
[00:22:07] Speaker B: Nou, ik denk juist niet, want zoals ik tevoren heb gezegd, wat wij benadrukken, Helemaal niet, die overwinning. We benadrukken de oorlog niet. Ons doel is die tempel, gods aanwezigheid, licht in duisternis brengen.
Dat kleine kruikje, wat iets is wat we totaal niets kunnen voorstellen. Kijk, dat kleine groepje zonder Maccabees, wat die gigantisch, hoe grote legers wisten overwinnen, daar is nog iets bij voor te stellen.
Ja, David en Goliath, daar is nog iets bij voor te stellen, hoe dat een godswonder was.
Maar dat kruidje olie, daar kunnen we ons zelfs geen voorstelling van maken.
We moeten dus weten dat er, ondanks alle duisternis om ons heen.
[00:22:51] Speaker B: Ook licht is.
En dat is belangrijk om het licht te verspreiden, maar ook zorgen dat ik dat licht in mezelf voel. Want dat vlammetje wat ik moet aansteken, ik moet het aansteken in mezelf... ...om anderen het licht te kunnen laten zien.
En dan moet ik me gaan laten afleiden omdat de Verenigde Naties zeggen, zus of zo... Weet je hem al? Toen waren dat de Grieken, nu zijn het de Verenigde Naties... ...of andere, weet ik wel wie allemaal, is gaan tegen Jolen zijn. Dat is gewoon in Nederland kijken.
De angst die er toch is.
[00:23:23] Speaker B: De zorg die er is, et cetera.
Hij moet ons niet laten afleiden of intimideren.
[00:23:29] Speaker A: Ganoukka in Nederland staat de afgelopen weken in de media ook een beetje in het teken van het Ganoukka Concert dat komende zondag plaatsvindt in het Concertgebouw. En daar is heel veel oneenigheid over, strijd over geweest rondom het optreden van die Israelische zanger.
Is dat nou allemaal gepast in het licht van Ganoukka?
[00:23:50] Speaker B: Wat moet gepast zijn?
[00:23:51] Speaker A: Nou ja, dat hele gedoe eromheen. Wordt het dan niet allemaal veel te politiek?
[00:23:55] Speaker B: Natuurlijk.
Alles wordt in de politiek getrokken.
Regelmatig, als ik een toespraak houd, krijg ik een complimentje dat ik zo goed Nederlands spreek. Maar ik woon hier al 13, 14 generaties.
Dan zeggen we, oh we dachten dat u Joods was.
Men weet totaal niet meer waar het over gaat. Maar het is wel allemaal tegen. Van de river to the sea. Welke river? Welke sea? Mensen weten niet eens meer waar het over gaat. Dus er is een enorme strijd, zoals toen.
tegen het jood zijn. En dan zeggen ze erbij, we zijn geen antisemieten, maar dat precies, dat was toen ook, ze waren allemaal geen antisemieten, maar een joden dan moest verdwijnen. En dat heet dan nu dan Israël.
Ja, maar als het alleen Israël is, waarom heb ik dan problemen in Nederland? Er moeten de Joodse scholen beveiligd worden.
Er moeten, als er een bar mitzwa is of een ghanouka feest, dan komt er iemand zingen die een prachtige stem heeft en die ooit was, of misschien nog is, een oudere man die zingt. Ja, dat is cultuur. Maar hij is in het leger geweest.
Ja, maar ik ben ook in het leger geweest in Nederland. Ik was dienstplicht, dus was ik in het leger. Iedereen in Israël is dienstplichtig.
Punt.
[00:25:08] Speaker B: Om daar zoveel sterrens over te maken, dat toont, het gaat niet alleen maar om Israël of dit of dat. Kijk, antisemitisme is door de eeuwen heen.
In de tijd van de kruistochten mochten we vermoord worden.
In de tijd van de middeleeuwen hadden we de pest veroorzaakt.
Mijn ouders hadden het verkeerde ras.
Joden moeten geen ras zijn.
Nog recentelijk waren de Joden schuldig aan het coronavirus.
En hebben ze ook een keer het geld uitgesleept door het vaccin te vinden. En ik ben Zionist.
Maar ben ik Zionist? Wat wordt ermee bedoeld?
Is er een definitie voor?
Ik ben Jood en dat stoort.
[00:25:52] Speaker A: Er zijn ook een heleboel organisaties, met name over aanstaande zondag bij het Concertgebouw, die hebben zich verenigd onder de naam Geef Genocide Geen Podium. En dan gaan ze demonstreren.
Onder andere een antizionistisch Joods collectief R.F. Rav. En die willen op het Museumplein zondag hun eigen ganukka-viering organiseren. Wat vindt u daarvan?
[00:26:12] Speaker B: Dat is ook zo'n soort contradictio in terminis.
[00:26:14] Speaker A: Wat bedoelt u daarmee?
[00:26:16] Speaker B: Nou ja, ze gaan vieren dat ze tegen Jodendom zijn.
De menorah betekent dus vasthouden aan de richting die God ons geeft.
En dat is niet om voor het concertgebouw te gaan demonstreren tegen Joden, tegen Israël.
Maar hoe groot is dat groepje?
De naam die ze hebben is wel interessant, Ere Vraaf, dat was dus het groepje wat mee trok uit Egypte, bij de uittocht uit Egypte, en tegen was. Tegen God was.
Dus die naam hebben ze als een mooie naam genomen, precies hoe ze zijn.
[00:26:51] Speaker A: Ja, maar wordt Ghanouka dan een beetje gepolitiseerd?
[00:26:54] Speaker B: Natuurlijk wordt het gepolitiseerd, dat is altijd zo.
Antisemitisme is toch altijd politiek?
[00:27:02] Speaker B: Ze doen maar, ik maak het niet politiek.
Ja, we hebben gewoon een concert zoals we alle ieder jaar hebben.
Ja, dus ik vind iedere verandering daarin is belachelijk.
[00:27:13] Speaker A: Ja, geen probleem.
Ik heb nog één laatste vraag voor u, want heel veel christenen, zeker ook in de afgelopen jaren, die hebben GANUKA meegevierd met de Joodse gemeenschappen in heel het land en dat zal ongetwijfeld deze keer ook zo zijn, uit solidariteit met de Joodse gemeenschap.
[00:27:30] Speaker B: Geweldig.
[00:27:30] Speaker A: Ja, wat betekent dat voor u zelf, voor u persoonlijk?
[00:27:34] Speaker B: Ik heb het al gezegd, geweldig, voordat je de vraag hebt gesteld.
Ik denk dat de warmte... Kijk, wat je nu mee geconfronteerd wordt is met de mensen die tegen je zal zijn, genocide en weet niet wat allemaal. Ze zoeken het maar uit. Maar er is ook een heel veel warmte. Ja, zeker ik word op straat nagescholden. Dat is niet leuk.
Aan de andere kant... Hoe vaak mij wordt toegeroepen shabbat shalom of shalom en dat is ook heel erg veel. Dus de warmte die er vanuit de christelijke samenleving is.
of uit de Nederlandse samenleving, richt een Joodse gemeenschap, dat komt heel fijn en dankbaar over. Ik ben er helemaal dankbaar voor. En als we dus overal nu, in heel Nederland, niet alleen ik, ook andere rabbijen naar andere plaatsen gaan de menorah aan te steken, op tig plaatsen, vind dat publiekelijk plaats, dan zie ik graag, zoals Fouadja ook, dat een heleboel vrienden van Israël, vrienden van het Joodse volk, daar ook naartoe gaan, al waar het alleen maar om steun te betuigen aan die, kijk, Ik ga naar kampen, om er even iets te noemen. Hoeveel joden wonen daar? Nou, bijna niks. Minimaal. Er zullen nog een paar mensen bijkomen.
Maar als dan een hele groep niet-joden komt, die meezingt en meeviert, dat betekent voor mij persoonlijk heel erg veel. En ik denk niet alleen voor mij, maar voor de brede Joodse gemeenschap, het feit dat er zoveel liefde is, vanuit de christelijke samenleving naar de Joodse gemeenschap toe.
[00:28:59] Speaker A: Dat is heel waardevol.
[00:29:00] Speaker B: Meer dan waardevol.
[00:29:02] Speaker A: Rabijn Jacobs, dank voor uw komst naar de studio. En u thuis ook, dank voor het kijken naar deze uitzending. U kunt op de hoogte blijven over de actualiteit. Ga daarvoor naar onze website cvi.nl slash actuel. En u kunt ook op onze website terecht als u denkt van ik vind het ook wel mooi om bij zo'n GANUCA-viering aanwezig te zijn. www.cvi.nl.nl.nl.nl.nl.nl.nl.nl.nl.