Episode Transcript
[00:00:06] Speaker A: De 40 dagen tijd is een periode van bezinning. We staan stil bij het lijden van Jezus, maar ook bij zijn diepe verbondenheid met Israël en de vervulling van Gods belofte aan zijn volk. In deze overdenkingen ontdekken we wat dit betekent. Voor Israël, maar ook voor ons.
[00:00:30] Speaker B: Deze overdenking is geschreven door Karel van der Plas en voorgelezen door Paola Groenenwold.
We lezen Isaiah 49 vers 1 tot 6. Luister naar mij, kustlanden! Sla erachter op, volken van ver! De Heere heeft mij geroepen van de moederschoot af. Van de baarmoeder af heeft Hij mijn naam genoemd. Hij heeft mijn mond gemaakt als een scherp zwaard. In de schaduw van zijn hand heeft Hij mij verborgen. Hij heeft mij gemaakt tot een puntige pijl. Hij heeft mij in zijn pijlkoker gestoken.
Hij heeft tegen mij gezegd, U bent mijn Knecht Israel, in wie ik mij zal verheerlijken. Ik, ik zei, voor niets heb ik mij vermoeid, nutteloos en tevergeefs heb ik mijn kracht verbruikt. Voorwaar, mijn recht is bij de Heren en mijn arbeidsloon is bij mijn God.
En nu, zegt de Heere, die zich mij vanaf de moederschoot tot knecht heeft geformeerd, om Jacob tot hem terug te brengen, maar Israël zal zich niet laten verzamelen. Niettemin zal ik verheerlijkt worden in de ogen van de Heere, en mijn God zal mijn kracht zijn.
Hij zei, het is te gering dat u voor mij een knecht zou zijn om op te richten de stammen van Jacob en om hem, die van Israël gespaard werden, terug te brengen. Ik heb u ook gegeven tot een licht voor de heidenvolken, om mijn hel te zijn tot aan het einde der aarde.
In Jezaja 40 tot en met 53 vinden we diverse keren de zogenoemde Knecht des Heren. Maar telkens kan je je afvragen, gaat het hier over het volk Israël of gaat het hier over Jezus? Als je leest, u bent mijn Knecht Israël, dan is het duidelijk zou je zeggen. Maar hetzelfde hoofdstuk zegt een paar versen later ook dat deze Knecht de stammen van Israël weer zal oprichten en thuis zal brengen.
of neem hoofdstuk 41, daar wordt Israël mijn diener genoemd, terwijl de knecht van een hoofdstuk later in Matthäus 12 op Jezus wordt toegepast. Wie is nu de Knechtesheren? Is dat Israël of is dat Jezus?
Misschien moeten we niet in of-of denken. Ik geloof dat de diepte van deze knecht juist zit in het feit dat het zowel slaat op het hele volk Israël als op die ene persoon binnen Israël, Jezus. We moeten dat niet tegen elkaar uitspelen. Israël is gemaakt om een licht te zijn voor de wereld en die roeping draagt Jezus ook. Hij en zijn volk zijn één. Jezus en Israël zijn onlosmakelijk verbonden.
om over na te denken. Wie is volgens jou de Knecht des Heren?
[00:03:45] Speaker A: De tekst van deze overdenking kun je terugvinden op cvi.nl.