Episode Transcript
[00:00:06] Speaker A: De 40 dagen tijd is een periode van bezinning. We staan stil bij het lijden van Jezus, maar ook bij zijn diepe verbondenheid met Israël en de vervulling van Gods belofte aan zijn volk. In deze overdenkingen ontdekken we wat dit betekent. Voor Israël, maar ook voor ons.
[00:00:31] Speaker B: Deze overdenking is geschreven door Roger van Oort en ingesproken door Paola Groenenwold.
We lezen samen psalm 94.
Hoe lang zullen de goddelozen, heren, hoe lang zullen de goddelozen van vreugde opspringen, hun mond doen overvloeien, hooghartige taal spreken? Hoe lang zullen allen die onrecht bedrijven zich beroemen? Heren, zij verbreizelen uw volk, zij verdrukken uw eigendom.
De weduwe en de vreemdeling doden zij. Zij vermoorden de wezen en zeggen, de Heere ziet het niet. De God van Jacob merkt het niet. Let op, onverstandige onder het volk. Dwazen, wanneer zult u verstandig worden? Zou Hij die het oor plant niet horen? Zou Hij die het oog vormt niet zien? Zou Hij die de heidenvolk bestraft niet straffen? Hij die de mens kennis bijbrengt? De Heere kent de gedachten van de mens. Vluchtig zijn ze.
Welzalig de man die u bestraft, heren, en die u onderwijst uit uw wet. Zo geeft u hem rust voor de dagen van onhel, totdat de kuil voor de goddelozen gegraven wordt. Want de Heren zal zijn volk niet in de steek laten. Hij zal zijn eigendom niet verlaten.
Want het oordeel zal weer rechtvaardig zijn. Alle oprechten van hart zullen ermee instemmen. Wie zal voor mij opkomen tegen de kwaaddoeners? Wie zal zich voor mij opstellen tegen wie onrecht bedrijven? Als de Heere niet mijn helper was geweest, had mijn ziel bijna in de stilte gewoond. Toen ik zei, mijn voet wankelt, ondersteunde uw goede terenheid mij, Heere. Toen mijn gedachten binnenin mij zich vermenigvuldigden, verkwikte uw vertroosting in mijn ziel.
Zou de zetel van het verderf een verbindenis met u aangaan, die onhel sticht bij verordening? Zij spannen samen tegen de ziel van de rechtvaardigen. Onschuldig bloed verklaren zij schuldig. Maar de Heere is mij een veilige vesting geweest. Mijn God is mij tot een rots, mijn toevlucht. Hij zal hun onrecht op hen doen terugkeren. Hij zal hen in hun slechtheid ombrengen. De Heere, onze God, zal hen ombrengen.
Het boek van de psalmen is het gebedenboek van Israël. Elke dag bidden en lezen joden de psalmen in een vaste volgorde. In ons gezin lezen wij elke morgen en avond een psalm volgens een vast rooster. Elke psalm door gods gegeven komt een aantal keer per jaar terug, zoals ook psalm 94. De psalm is een schreeuw naar God om zijn ingrijpen. Het is wellicht niet bij elke gelegenheid passend om te lezen. Maar toen de dode, mismaakte lichamen van de familie Bibas en de andere ontvoerden uit de krochten van de Hamas-tunnels kwamen, schoot deze psalm door mijn hoofd.
Het is het ultieme kwaad dat de vrije hand heeft en deze wereld totaal verblind heeft. God ziet het echter aan. En hij zal het kwaad dat tegen zijn volk Israël bedreven is vergelden. En niet alleen dit onrecht, maar ook al het onrecht dat is bedreven door de machthebbers tegen de weerlozen. Gods recht, zijn waarheid en zijn vrede zullen uit Sion komen.
Om over na te denken. In vers 19 staat, bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste verkwikte uw vertroosting in mijn ziel. Hoe heb jij dat in je leven ervaren?
