Episode Transcript
[00:00:06] Israël en de uitstorting van de Heilige Geest. Dat is het thema waar we vanuit de Bijbel vandaag over willen nadenken. Dat gaat over het Pinksterfeest en wat Israël daarmee te maken heeft. Laten we maar beginnen te lezen met het bekende gedeelte uit Handelingen 2 waar gesproken wordt over die uitstorting van de Heilige Geest. We lezen daar vanaf het eerste vers, en toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. Allen tezamen bijeen. Wie zijn die allen? Wel, dat lees je al meteen in het eerste hoofdstuk.
[00:00:49] In vers 15, in die dagen stond Petrus op onder de broeders en er was een groep van ongeveer 120 personen bijeen. Die waren daar bijeen, want de Heer Jezus had gezegd naar zijn hemelvaart, jullie moeten bij elkaar blijven en blijven wachten tot de Vader de Heilige Geest zal uitstorten. En dus ze waren allen tezamen bijeen en eens klaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis waar zij gezeten waren. En er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden en het zette zich op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen, met andere talen. In het Grieks is dat glosa, dat kan tong betekenen, maar het kan ook betekenen wat je met je tong doet, namelijk spreken. en uitdrukkingen, talen, kan verwoorden. Ze begonnen met andere talen, met andere tongen te spreken, zoals de geest het hun gaf uit te spreken. Hier wordt ook over dat verschijnsel van vuur gesproken, dat zich zet op een ieder van hen. En dat doet je natuurlijk eigenlijk denken aan de aanwezigheid van de heiligheid gods. Dat vind je al bijvoorbeeld in het Oude Testament, in Exodus 3, wanneer Mozes daar bij die brandende braamstruik is, dan is daar dat vuur en dan nadert hij om te kijken wat dat vuur voorstelt, wat er betekent. En dan hoort hij de stem, blijf staan, want waar je staat is heilige grond. God, de Allerhoogste, De vertegenwoordiging van God op aarde in dat vuur is daar aanwezig.
[00:02:50] kom je hier ook weer tegen. Wanneer de heilige geest, godsgeest, uitgestort wordt op die 120 joden die daar bijeen zijn, dan is daar dat vuurverschijnsel, de heiligheid, de heerlijkheid gods, die zich nu verdeelt over die 120 joden. De heilige geest in het Oude Testament vind je daar ook natuurlijk, maar dan vaak individueel op een koning of een priester of een profeet die door de heilige geest dan gedreven wordt om te doen en te zeggen wat de geest hem ingeeft. Maar nu zijn het in één keer 120 en niet zeg maar politiek of religieus belangrijke leiders in Israël, maar gewone mensen. Oude, jonge, Mannen, vrouwen, slaven, vrijen enzovoort, die in het maatschappelijk leven allerlei verschillende functies. Allen in één keer wordt de heilige geest hun deelachtig en neemt ze in bezit, om het zomaar te zeggen. Dat gebeurt tijdens het feest van Shavuot.
[00:04:07] Dat is wat wij dan noemen het Pinksterfeest. Dat is een van de feesten die destijds in de tempel gevierd werden. Daar kwamen mensen, joden vanuit de hele wereld voor bij elkaar om dat feest mee te maken.
[00:04:26] Flavius Josephus, de Joodse geschiedsschrijver, zegt dat er soms wel een miljoen Joden dan in en rond om Jeruzalem aanwezig waren om dat feest mee te beleven.
[00:04:39] Dat feest is oorspronkelijk het feest van de oogst geweest, van de eerstelingen van de oogst waarvoor de Allerhoogste dan gedankt wordt. Later is daar ook de betekenis bij gevoegd dat het herdenken betekent van de Torah, van de Heilige Wet Gods die God aan Mozes gegeven heeft en die geleid heeft tot het verbond van de wet dat de Allerhoogste met Israël gesloten heeft. Ook daar gaat het eigenlijk om eerstelingen, want de bedoeling van die prachtige wet gods, van die Torah, met zijn 613 ge- en verboden, Die heeft de bedoeling om de mensheid in zijn totaliteit de weg te wijzen tot een vreedzame samenleving, tot een gezond lichaam. Wat je mag eten en drinken, waar je voor moet uitkijken in verband met bacteriën en virussen. dat je een lap voor je gezicht moet binden, dat je je uitwerpselen in de woestijn moet begraven, omdat het allemaal bronnen kunnen zijn van ziektekiemen, dat je een lijk niet aan mag raken, enzovoort. Ook hoe je je economische handel en wandel moet instellen. Dus die wet van God, die zal ook ooit vanuit Jeruzalem over de hele wereld door de volkeren gevolgd worden. Daar spreek je Isaiah 2 vers 2 tot 4, wanneer vanuit Jeruzalem de wet, de Torah het leven bepaalt van alle volkeren in de wereld.
[00:06:35] Uitstorting van de heilige geest betreft eerstelingen, 120 personen. Niet die miljoen joden die daar misschien in Jeruzalem of de duizenden die op dat moment zich verdrongen bij de tempel om dat feest te vieren. Maar alleen die 120 eerstelingen, net zo goed als die uitstorting van de wet, het geven van de wet aan Mozes, aan Israël alleen, ook beschouwd kan worden als een soort eersteling. En Israël moest dat zelf praktiseren, maar het ook, als het ware, als voorbeeld laten zien aan de volkeren van de wereld. En in de toekomst gaat die wet dus ook al die volkeren en hun leven op aarde beheersen. Waar waren die Joden van afkomstig?
[00:07:29] Dat lees je vanaf vers 5 in Handelingen 2. Nu waren er Joden ter Jeruzalem woonachtig of verblijvend, frome mannen uit alle volken onder de hemel, uit alle delen van het Romeinse Rijk. Toen al waren de grote Joodse gemeenschappen elders in de wereld. Niet alleen in Israël, maar in dat hele Romeinse Rijk onder al die volken waren ook Joodse gemeenschappen aanwezig, maar die komen dan daar vandaan naar Jeruzalem. En toen dit geluid gekomen was, die geest, die wind, dat vuur, liep de menigte te hoop en verbaasde zich, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. Er wordt wel eens gezegd, wat was dat wonder van de heilige geest, was dat een hoorwonder, dat ieders hoorde spreken in hun eigen taal, hun landstaal, hun streektaal, of was het een spreekwonder dat die 120 in één keer door de geest vreemde talen konden spreken zodat de aanwezigen dat konden begrijpen. Maar het gaat telkens om joden. Die joden natuurlijk in de rest van het Romeinse Rijk waren ook helemaal opgenomen in de cultuur van die dagen en spraken dus ook de landstaal. Lang niet iedereen van de joden in de wereld toen al konden nog het Hebraeus of het Aramees goed begrijpen. Maar hier wordt dat doorbroken en ieder hoort ze spreken in zijn eigen streektaal. En buiten zichzelf, van verwondering zeiden ze, zijn niet al die... daar spreken Galileërs en hoe horen we hen dan ieder in onze eigen taal waarin we geboren zijn?
[00:09:31] Parten, Elamiten, en dan wordt er een hele opzomming gemaakt dus van al die streken waar ze vandaan kwamen. Parten, Mede, Elamiten, inwoners van Mesopotamië, Judeeën en Cappadocia, Pontus en Azië, Frigie en Pamphilië, Egypte, de streken van Libië bij Cyrene, hier verblijvende Romeinen, uit Rome afkomstig, zowel Joden als Jodengenoten, Creutensen en Arabieren.
[00:10:01] Joden en jodengenoten. Ja, wie heeft iets te zoeken in Jeruzalem bij een Joods feest in een Joodse tempel in Israël? Dat zijn natuurlijk joden. En jodengenoten. Wat zijn jodengenoten? Dat zijn mensen die niet als jood geboren zijn, maar zich bekeerd hebben tot het jodendom.
[00:10:25] Dat kan nog altijd. Je ziet het bij huwelijken van Joden. Als een van de twee niet als Jood geboren is, dan wordt hij vaak door het bekeringsproces gevoerd. Dan moet hij het jodendom leren kennen, bij de rabijn onderwijs volgen, dan moet hij examen afleggen. Als je man bent, moet je dan ten slotte besneden worden. Als je vrouw bent, ga je in de mikveh, enzovoort. En dan vanaf dat moment, als je bekeerd hebt tot het jodendom, wordt je beschouwd. volledig Jood te zijn, met alle rechten en plichten die eraan verbonden zijn. En dan ga jij dus ook met alle andere Joden naar Jeruzalem om zo'n Joods feest te vieren. En ze waren buitengewoon met de zaak verlegen. Maar dan staat Petrus op, lees je vanaf vers 14, en die zegt, Gij joden en allen die te Jeruzalem woonachtig of verblijvend zijn, dit zij u bekend, ze zijn niet dronken, maar dit is het waarvan gesproken is door de profeet Joël. En het zal zijn in de laatste dagen, dus in verre toekomst, Zegt God dat ik zal uitstorten van mijn geest op alle vlees. En uw zonen en dochters zullen profiteren, uw jongelingen zullen gezichten zien, uw ouden zullen dromen, dromen. Ja, zelfs op mijn dienstknechten, mijn dienstmagenen zal ik in die dagen van mijn geest uitstorten en zij zullen profiteren. Dus op alle vlees.
[00:12:05] Dus niet op al die duizenden, misschien wel tegen de miljoen joden die bij dat feest op dat moment aanwezig waren, maar alleen op die 120. Ja, wel op alle vlees, hoog, laag, oud, jong, man, vrouw enzovoort. Maar eerstelingen, een eerste groepje van 120 dat daar de Heilige Geest ontvangt.
[00:12:28] En dan zegt Petrus dus, dat heeft Joël al geprofiteerd, dat ooit die geest zou gaan uitgestort worden, niet slechts op koningen, priesters en profeten, maar op iedereen van hoog tot laag. En dan gaat hij verder met te citeren wat Joël zegt. En ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden bloed en vuur en rookwallen. De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. En het zal zijn dat al wie de naam des Heren aanroept behouden zal worden.
[00:13:11] Net zo min als dat de geest op dat moment, op diepingste dag, op alle joden werd uitgeschort. Ja, wel op alle vlees, maar niet op al die mensen die daar aan bezig waren. Net zo min vonden er ook die haast apokalyptische verschijnselen plaats. Dat tekenen op de aarde beneden bloed en vuur en rookwalm, zon die verduisterd wordt in duisternis, de maan in bloed.
[00:13:41] Dat gebeurde niet op die Pinksterdag. Dat betekent dat de Joël-profetie, in Joël 2 kun je die nalezen, dat die nog een eindvervulling wacht. Petrus zegt wat je hier ziet gebeuren, in principe is dat het waar Joël over spreekt. Dat is nog niet de eindvervulling, maar dat is een soort eerstelingsgebeuren waar het duidelijk wordt wat het betekent als de heilige geest op mensen wordt uitgestort. En ook die apokalyptische verschijnselen, die deden zich toen ook niet voor. Die zullen ook ooit in de toekomst gaan plaatsvinden. En dan, als dat gebeurt, Dan zal er opnieuw een uitstorting van de heilige geest op Israël plaatsvinden, maar dan op iedereen. Dan niet alleen een groepje eerstelingen, maar een gigantische oogst. Gans Israël zal dan zalig worden, zegt de apostel Paulus. Hij denkt na in Romein 11.
[00:14:58] Eigenlijk in de hoofdstukken 9 tot en met 11. Het is zo jammer dat die hoofdstukken vaak zo dichtgebleven zijn in de kerkgeschiedenis. Dan gaat men soms van Romeine 8 in één keer over naar Romeine 12. En Romeine 9 tot en met 11 waar het over Israël gaat, dat wordt Nou ja, maar een beetje gelaten. Maar in die hoofdstukken worstelt Paulus met dat probleem dat nog niet op dat moment alle Joden de geest ontvangen hadden. Dat het maar een kleine groep was, eerstelingen die tot het geloof in Jezus komen.
[00:15:38] Hij heeft echt z'n best gedaan in het boek van de handelingen. Als hij geroepen wordt om een apostel voor de heidenen, voor de niet-joden te worden, gaat hij toch altijd eerst naar de synagogen, verkondigt het evangelie met al z'n vuur en al z'n deskundigheid en al z'n genialiteit, want het was een geweldige leerling van de beroemde rabbijn Gamaliel. Dus ze waren graag bereid naar zo iemand te komen luisteren in de synagogen, maar dan gaat hij vertellen over Jezus. En dan beginnen ze een beetje onrustig te worden en dan fronsen ze hun wenkbrauw en dan zeggen ze, wat heeft die tover? Wat is dat dan? Dan worden ze boos, heel boos, gooien hem de synagoge uit, gooien stenen naar hem, maken een hoop lawaai in de stad. Paulus denkt, wat is dit? Hoe kan het dat ik kan zien wie Jezus is en mijn mede-Joodse broertjes niet?
[00:16:38] En daarover denkt hij na. En hij weet dat dat ooit een keer anders gaat worden. En dat zegt hij dan in Romeinen 11 vanaf vers 25.
[00:16:48] Hij schrijft aan die gemeente in Rome, want broeders, opdat ge niet eigen wijs zou zijn, wil ik niet onkundig laten van dit geheimenis. Daar is iets mysterieus gaande. In het begin van het boek van de handelingen, als de heilige geest is uitgestort op die beperkte groep, komen daarna duizenden joden tot het geloof in Jezus. Maar zodra in handelingen 10, voor het eerst, Bij niet-Joden de heilige geest wordt uitgestort, dat is dat gedeelte over Cornelius, die man uit Italië, die generaal of centurion van een van de Romeinse legionen die daar in Caesarea woont. die geweldig respect heeft voor het Joodse geloof, die zelfs tot die ene onzichtbare god is gaan bidden. En dan het in een keer mag meemaken dat er een engel komt die zegt, je moet mensen naar Joppe, Jaffo, eentje verderop aan de kust, sturen. Er is een man die heet Petrus, die moet je vragen om hier te komen, die zal je meer vertellen. En dat gebeurt dan ook. Petrus betreedt dan met een aantal Joodse gelovigen het huis van deze Romein. Dat doe je niet als frome Jood, want dat is geen kosierhuis. Daar worden niet de wetten en de reinigingswetten van Mozes nageleefd. Maar hij moet het, want hij heeft dat visioen gezien van dat laken met die reine en onreine dieren. Hij gaat naar het huis van Cornelius. Hij betreedt het huis van Cornelius. Hij verkondigt het evangelie aan niet-joden. Cornelius, misschien zijn soldaten, slaven, zijn gezin, zijn familie, wie er ook maar zijn. En op allen valt dan de Heilige Geest. Voor het eerst. Dat is eigenlijk ons Pinksterfeest. Dat is de komst van het evangelie voor ons heidenen. En dan kiest God Dus die Joods rabijn Paulus uit om apostel voor de heidene, voor de niet-Joodse wereld. En dan gaat hij dus dat doen. En vanaf dat moment, als het evangelie de wereld ingaat, komt er haast geen Jood meer tot het geloof. Ja, één hier, twee daar, drie daar en dan heb je het gehad. Terwijl Paulus werkelijk z'n best gedaan heeft. Maar het gebeurt gewoon niet. En dat legt hij dan uit in Romeinen 11. Hij zegt dat is een mysterie. Een geheimenis. Hij zegt er is een gedeeltelijke verharding over Israël gekomen. Waarom gedeeltelijk? Allereerst omdat vrome joden zijn niet zonder God.
[00:19:39] Het zijn geen heidenen zoals wij, ze kennen God. God heeft het volk geschapen, heeft verbonden met ze gesloten. Ze hadden de tempeldienst, alle beloften en verbonden met Israël gesloten. De eredienst, het is de God van Israël, van Abraham, Isaac en Jacob. De verlosser van de wereld. Jezus is naar zijn menselijk lichaam, zijn vlees, jood, gedragen onder een joods hart van zijn moeder Maria. Allerlei dingen hebben de joden van nature wel. Ze kennen God. Ze zijn niet zonder God, maar ze hebben een blinde vlek voor wie Jezus is. En dat heeft kennelijk te maken met die verkondiging van het evangelie over de hele wereld onder de volkeren.
[00:20:28] En zolang dat proces kennelijk doorgaat, zullen er nog wel altijd eerstelingen uit Israël, de openbaring, de onthulling over wie Jezus waardelijk is, blijven plaatsvinden tot op de huidige dag. Joodse christen of gedoopte joden of messiasbeleidende joden of hoe je ze maar noemen wil. Het is een kleine groep, relatief kleine groep, Minder dan 1% van het Joodse volk, maar ze zijn er en ze zullen er altijd zijn. Eerstelingen. En juist ook het bestaan van die eerstelingen...
[00:21:06] zijn er een garantie voor dat er ooit een geweldige oogst zal komen. Als je een appelboomgaard hebt en het eerste kistje appelen dat je plukt, dat zijn de eerstelingen. Maar als je de oogst inzamelt van je hele boomgaard, dan staan er honderden, misschien wel duizenden kistjes met appels. Dus het bestaan van de eerstelingen is een garantie daarvoor dat er ooit een gigantische oogst zal komen, maar nog niet. Een gedeeltelijke verhouding, niet zonder God, maar met een blinde vlek voor Jezus en ook niet iedereen, maar dat smalle spoor van Messiaans beleidende joden, die eerstelingen, is er ook. Dus het is niet een volkomen verharding. Nee, het is een gedeeltelijke verharding die over Israël is gekomen. Voor altijd? Nee. Totdat de volheid van de heide naar binnen gaat. Totdat dat inzamelingswerk van de heilige geest, dat nu al 2000 jaar plaatsvindt, de verkondiging van het evangelie, dat de getuigenis van alle volkeren, van dat koninkrijk dat komt, Wanneer ingezameld is het volle getal uit die wereld en ook de volle kwaliteit van die inzameling uit de niet-Joodse wereld heeft plaatsgevonden. Als dat klaar is, dan keert hij terug naar Israël. Dan zal zijn eerstgeboren zoon, en dat is Israël, in één keer de volle oogst gaan ervaren, dat ze gaan zien wie Jezus waarlijk is. Dus die gedeeltelijke verharding blijft totdat de volheid der heidenen binnengaat, maar dan zal gans Israël behouden worden. Gelijk geschreven staat de verlosser zal uit Zion komen. Hij zal dat zelf doen. uit Sion komen, hij zal de goddeloosheden van Jacob, en Jacob is Israël, hij zal de goddeloosheden van Jacob afwenden, en dit is mijn verbond, zegt hij, met hen, met Israël, wanneer ik hun zonden wegneem. Dat ga ik zelf doen. Ja, ze zijn vijanden van het evangelie, zegt Paulus, maar dat heeft een reden, om uentwil, o heidenen, niet-joden, kerk, Daarom is er die doofheid en blindheid van Israël om ons erbij te krijgen. Waarom de Allerhoogste die weg gekozen heeft, ik denk dat hij daar alleen zelf een antwoord op kan geven. Maar het heeft te maken dus met ons. Wij worden eerst ingezameld voordat Israël de volledige openbaring krijgt aan gaande Jezus. Hij zal dat zelf doen. Ik moet dan vaak denken aan de onthulling, de openbaring die Jozef gaf aan zijn broers. Die komen naar Egypte. Jozef zit daar op de troon. is almachtig, alleen Farao is nog boven hem. Net zoals God alles aan Jezus gegeven heeft, alleen de Vader is nog boven hem. Maar Jezus heeft alles in handen gekregen, ook het oordeel. En als dan de broers bij Jozef komen in Egypte om eten te zoeken, want er is honger in Kanaan.
[00:24:54] dan herkennen ze Jozef niet. De Egyptenaren wel. Die vereren hem, die bidden misschien wel tot hem, want hij is zo hoog, vlak onder Faro. En Faro werd beschouwd als de zonnegod, de incarnatie van Rehi of Ra, de zonnegod. Dus als je zo dicht bij de god bent, dan ben je waarschijnlijk zelf ook op een of andere manier goddelijk. Dus die Egyptenaren Kennen je Jozef, ze respecteren hem, ze doen wat hij zegt, maar zijn broers herkennen hem niet. En dat blijft zo voortduren, totdat het moment aanbreekt dat Jozef besluit om zichzelf aan zijn broers bekend te maken.
[00:25:40] En dan doet hij eerst iets merkwaardigs. Dan zegt hij tegen die Egyptenaren, jullie zijn beste mensen, jullie houden van me, ik hou van jullie, er is niks mis mee, maar willen jullie nu alsjeblieft even de zaal verlaten? Want dit is tussen mij en mijn broers. En als zij de zaal verlaten hebben, dan komt hij van zijn troon en zegt hij, ik ben Jozef en ik ben het altijd geweest.
[00:26:11] Ja, dat is ontroerend. Ik denk dat ze daar ten slotte elkaar omhelst hebben en hete tranen en spijt enzovoort. Een soort profetisch plaatje hoe het zal zijn wanneer ik, zegt God, hun zonden wegneem. Vijanden van het evangelie, maar de verkiezing zijn ze Geliefden om de vaderen wil, die ongelovige Joden. Geliefden van God om de vaderen wil, want de genade gaven en de roeping gods zijn onberouwelijk. Wanneer zal dat gebeuren?
[00:26:57] dat die uitstorting van de geest, die laatste uitstorting van de geest op Israël, gaat plaatsvinden. Wel nu die Joël-profetie spreekt over allerlei apokalyptische verschijnselen die er dan zullen zijn. Bloed en vuur en rookwalm en de zon verduisterd, de maan als bloed.
[00:27:18] Midden, te midden van allerlei oorlogen, natuurrampen, al die tekenen der tijden die we in onze dagen steeds meer in vervulling zien gaan, die de planeet aarde gaan tijsteren, waar het boek openbaring over spreekt, daar heb ik ooit nog eens een Vers voor vers behandeling van dat boek gemaakt. Het is een fantastisch boek. Het is een troostboek voor de gemeente. Jezus heeft dat boek gegeven om ons als zijn gemeente duidelijk te maken dat het hem dus niet uit de hand loopt. Dat die dingen moeten gebeuren. Maar dat dat niet het einde van de wereld is.
[00:27:55] En dat het hem dus niet uit de hand loopt. En wat je dan ook meemaakt in die eindheid, bij Jezus ben ik veilig in het velst van de strijd. En niemand kan mij schapen, zegt de Goede Herder, uit mijn hand roven. Maar termidden van al die apokalyptische verschijnselen, dan vindt ook tenslotte die laatste uitstorting van de geest plaats.
[00:28:22] Tot die eindtijdverschijnselen, die oorlogen, die geruchten van oorlogen, behoren ook allerlei profetieën die je in de Bijbel vindt van allerlei oorlogen die voorspeld worden, maar die tot op dit moment nog niet gebeurd zijn. Daartoe behoort ook bijvoorbeeld wat Ezegiel 38 en 39 schrijft over Ja, dat er in een keer een soort ring rond Israël met allerlei bondgenoten. En als je dat vandaag op de kaart kijkt, dan zijn dat eigenlijk allemaal islamitische landen. die dan samen een verdrag sluiten en dan onder leiding van de vorst van het noorden in één keer Israël zullen aanvallen. Gog en Magog uit het land van Magog lees je daar. Het gaat nu in dit tijdsbestek een beetje te ver om die volkeren te identificeren. van Ezekiel 38 en 39. Traditioneel wordt dan vooral gewezen naar Rusland, omdat de vorst van het noorden daar kennelijk de leiding van heeft. Maar ik denk dat een betere kandidaat Turkije is, waar die als het ware de bondgenootschappen aangeeft, ook wel Rusland erbij. Maar om die groep vijandige volken in één keer op te zwepen tot die onverhoedse aanval op Israël dat in vrede leeft. Wel nu, dat wordt een gigantische strijd. Dat kan Israël ook met zijn sterke leger niet meer bolwerken. Daaraan vooraf gaan nog weer allerlei andere oorlogen. Syrië, Isaiah 17, Egypte, Isaiah 19, Psalm 83, de eerste ring van volken die aanvalt, Zagria 12 en Zagria 14.
[00:30:28] Maar die grote slag van Ezekiel 38 en 39, daar treedt de Heer er dan zelf in. Een strijd aan de zijde van zijn volk. Dan worden ook de natuurkrachten ingezet. in die strijd. Door de Allerhoogste, door de Schepper zelf. Om zijn volk en zijn land, Israël, te redden. Ik zal vuur werpen in Magog en onder hen die in gerustheid de kustland bewonen. En ze zullen weten dat ik de Heer ben. Waarlijk te diendagen zal een zware aardbeving het land van Israël tijsteren. Beven zullen ze. Al die vijanden, er zullen wapens gebruikt worden door het vlees Als het ware wegteert. Onvoorstelbaar. Israël zal zeven maanden nodig hebben om alle lijken op te ruimen en een fatsoenlijke begrafenis te geven. Wel nu, dat gedeelte van EZGL 38 en 39 eindigt dan hiermee.
[00:31:35] Vanaf vers 27, als ik hen uit het gebied der volkeren terugbreng, als Israël terugkeert uit de hele wereld, de alia zoals het genoemd wordt. Als ze terugkeren uit de hele wereld, uit die ballingschap onder alle volkeren, terug naar het beloofde land. En wij zien dat al tientallen jaren met onze eigen ogen gebeuren. En als Christen voor Israël zijn we daar ook bij betrokken door bijvoorbeeld in de Oekraïne met Koen en zijn hele team van helpers om Joden te helpen, ook in dat oorlogsgebied te helpen om er doorheen te komen en om ze te helpen nu naar Israël te gaan, omdat de tijd gekomen is. Als ik hen uit het gebied der volkeren terugbreng en hen uit de landen van hun vijanden verzamel, Die afgelopen 2000 jaar waren de landen eigenlijk altijd vijanden van de Joodse gemeenschap die onder hen verkeerde. Nederland is daar een gunstige uitzondering in geweest. Dat moet je ook niet helemaal overdrijven. Maar ze waren bij ons welkom als ze uit de andere landen van Europa eruit gejaagd werden. God zegt, als ik ze uit het gebied der volkeren terugbreng en uit de landen van hun vijanden verzamel, dan zal ik mij voor het oog der talrijke volken aan hen de Heilige betonen. Ze zullen weten, dan zal Israël weten, dat ik de Heer hun God ben. zowel wanneer ik hen in ballingschap wegvoer onder de volken, als wanneer ik hen weer in hun eigen land verzamel, zonder dat ik iemand van hen dagens achterlaat. Uiteindelijk zullen ze allemaal terugkeren naar het beloofde land. Hoeveel voor en hoeveel na de komst van de koning der koningen, dat is soms niet helemaal duidelijk. Maar tenslotte zullen ze allemaal terugkeren zonder dat ik iemand van hen daar gins achterlaat. En dan komt het, vers 29. En ik zal mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer ik mijn geest over het huis van Israël heb uitgestort, luidt het woord van de Heren der Heren.
[00:34:04] Tenmidden van al die apokalyptische verschijnselen, tenmidden van dat laatste wereldrijk met antichristen en de Griekse geesten en de afval en god en geboden die totaal in de wind geslagen worden, terwijl het allemaal gebeurt, keert Israël terug. Als die oorlogen tegen Israël maar doorgaan en doorgaan en tot een geweldige climax komen, dan zul je zien de bloed, vuur en rookwallen. waar Handelingen 2 en Joël 2 over spreken. Dan, als zeg maar Armageddon plaatsvindt, Joël 3, wanneer alle volkeren naar Jeruzalem trekken om eens en voor altijd gedaane zaak te maken met dat gehate Joodse volk. En wanneer dat allemaal gebeurt, dan zal hij strijden aan de zijde en dan zal de laatste uitstorting van de Heilige Geest plaatsvinden. Dan zal, zoals Paulus het zegt in Romeina 11, gans Israël behouden worden. De eerste uitstorting was voor die eerstelingen in Jeruzalem op de Pinksterdag. De laatste uitstorting zal opnieuw voor Israël zijn. En dan op alle vlees. Op de duizenden, tienduizenden, honderdduizenden en misschien wel miljoenen die dan weer in het beloofde land wonen. Daarom besluit ik nu met Zachariah 12, vanaf vers 10. Daar zegt de Allerhoogste, ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem uitgieten de geest der genade en der gebede, de Heilige Geest.
[00:35:56] En het gevolg daarvan is, ze zullen hem aanschouwen die ze doorstoken hebben, die we doorstoken hebben. Want de Romeinen deden het doorsteken en het waren tenslotte onze zonden die hem aan het kruis gebracht hebben. En hij zegt, niemand vermoord mij.
[00:36:18] Maar hiertoe ben ik de wereld gekomen om mijn leven te geven, vrijwillig te geven. Als losprijs voor velen. Dan zal Israël in één keer mogen zien wie hij is. Dan zullen ze over hem een rauwklacht aanheffen. Als de rauwklacht over een enig kind. Ja, ze zullen over een bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene.
[00:36:44] Dan zal Israël Gods eerstgeboren zoon rauw bedrijven over hun eerstgeboren zoon, Jezus, net als zijn broers daar toen in Egypte. En te die dagen zal in Jeruzalem de rauwklacht groot zijn. Maar niet alleen in Jeruzalem, vers 12, het land zal een rouwklacht aanheffen. Alle geslachten afzonderlijk. Het geslacht van het huis van David afzonderlijk en hun vrouwen afzonderlijk. Het geslacht van het huis van Nathan afzonderlijk en hun vrouwen afzonderlijk. Het geslacht van het huis van Levi afzonderlijk en hun vrouwen afzonderlijk. Koning, profeet, priester. De politieke en geestelijke leiding bovenlaag van Israël. Rauwbedrijven. Mannen en vrouwen. Ieder persoonlijk, individueel. Rauwbedrijven. En zelfs het geslacht van Shimi. afzonderlijk. Die vloekt in de Bijbel. Misschien staat die model voor het geseculariseerde deel van Israël. Voor het deel van Israël dat eigenlijk niks meer met God en met geloof te maken wil hebben. Ze hebben zoveel ellende in de afgelopen 2000 jaar met name in de landen van het christendomein gemaakt dat ze volledig opstandig zijn. Maar ook zij zullen in één keer Door die uitstorting van de geest. Simei en hun vrouwen afzonderlijk. En alsof Zacharië. Niemand wil vergeten. Alle overige geslachten. Alle geslachten afzonderlijk. En hun vrouwen afzonderlijk. Hoofd voor hoofd. Mannen en vrouwen. Hoog en laag. Gans Israël. Wat een geweldige toekomst. En dan zullen ze hem zien. Dan zal hij komen.
[00:38:31] en z'n voeten zullen staan op de olijfberg. En dan zal in vervulling gaan wat Gabriel al aan z'n moeder Maria beloofde. Ze zou zwanger worden en een zoon baren. God zou z'n vader zijn, zij mocht z'n moeder zijn. Daarom zal het heilige dat verwekt wordt zoon van de Allerhoogste genoemd worden. Het is letterlijk in vervulling gegaan. Maar Gabriel zei ook en dit kind zal zitten op de troon van z'n vader David.
[00:39:01] En die troon van vader David waarover hij heerste over de twaalf stammen van Israël stond in Jeruzalem. David regeerde niet vanuit de hemel. Hij regeerde als koning over Israël in Jeruzalem. Dan zal hij zitten op de troon van zijn vader David. En zal heersen over het huis van Jacob. En aan zijn rijk zal geen einde komen. Dan zal het gaan van heerlijkheid tot heerlijkheid tot heerlijkheid. En dan...
[00:39:31] zal vanuit Jeruzalem vrede en gerechtigheid en de Torah met de richtlijnen ten leven die God aan Israël gegeven had tot zegen van Israël zal dan ook tot zegen van alle volken van de hele wereld zijn. Dan zal Israël de vruchten produceren op alle terreinen.
[00:39:58] die zij hebben ontvangen van de Allerhoogste. Die vruchten zijn dan bestemd voor de hele wereld. Dan kunnen de militairen academisch gesloten worden. Want ze zullen de oorlog zelfs niet meer leren. Dwars door alles wat er gebeurt, ook vandaag wat er gebeurt.
[00:40:19] mogen we dat geweldige toekomstperspectief voor ogen houden. Hij komt, hij komt om de aard te richten, de wereld in gerechtigheid. En dan zal het wreetgeweld moeten zwichten en zullen de volkeren vanuit Jeruzalem in rechtmatigheid worden geleid. Hij, Jezus, de eersteling, de eerstgeborene uit de doden, zal komen om alle dingen voor eeuwig nieuw te maken. Wat een toekomst!
[00:40:59] Zullen we samen bidden. Heren, we danken u dat we dat prachtige woord van u ontvangen hebben, de Bijbel. Dat we niet als blinden zoekend en tastend in de wereld hoeven te gaan. Ook niet wanneer we de krant lezen, ook niet wanneer we kijken naar al dat nieuws op de media, televisie. De sociale media, heren, met zoveel nepnieuws en halve waarheden die eigenlijk hele leugens zijn. Heren, dan zien we vanuit uw woord hoe de dingen werkelijk in elkaar zitten en waar we naar op weg zijn. Dat uw vrede de ganse aarde zal gaan bedekken. Heren, we danken u dat we nu persoonlijk door het werk van de Heilige Geest in ons eigen leven. Die innerlijke vrede in onze ziel, in onze geest mogen ervaren. En dat we ook vol verwachting mogen uitzien naar de komst van Jezus die tenslotte ook ons lichaam totaal vernieuwen zal. Zodat onze verlossing compleet is. We danken u voor de uitstorting van de Heilige Geest. We danken u voor die eerstelingen in in het Joodse volk. We danken u voor 2000 jaar dat dat prachtige evangelie ook onder de volkeren verkondigd is. We danken u dat het nog steeds mogelijk is om op je knieën te gaan en om je handen te vouwen en het tegen hem te zeggen. Jezus u leeft, u bent vlakbij en u hebt ook mijn zonden en mijn wonden en mijn bitterheid gedragen. Heer, ik geef me aan u volkomen. Ik leg mijn al hier voor u neer, opdat gij in mij zout wonen. Ook in mij. O Heer, om dan die vrede nu al persoonlijk te mogen meemaken. Heren, wilt u een muur zijn rondom uw volk? Wilt u het moment haasten dat u de laatste uitstorting van de geest op Israël zult geven? Om dan ook te verschijnen in heerlijkheid. Heren, we bidden u ook voor de vijanden van Israël, die soms van jongs af aan al met haat tegen de Joden worden vervuld. En die zo wordt wijsgemaakt dat als je een Jood vermoord dat je rechtstreeks naar de hemel gaat. Heren wilt u genade geven, ook aan de vijanden van Israël. Zodat ze verlost worden van die demonische haat die rondgaat in deze wereld. Zodat ze, ook zij, de vrede van God die alle verstand te boven gaat, nu al zullen mogen ervaren. Door Jezus Christus, hun Heer, in zijn naam. Amen.