Episode Transcript
[00:00:05] Speaker A: Een plek waar warmte, veiligheid en kwaliteit van leven centraal staan tot de allerlaatste dag. Dat is het ideaal van het joodfaspies Immanuel. Vanuit een joodse visie bieden ze zorg aan iedereen, joden en niet-joden. Maar wat betekent die visie eigenlijk in de praktijk? En hoe ga je in deze tijd om met mensen die een andere levensvisie hebben? terwijl het hospice zich inzet voor die missie verkeert ze momenteel in zwaar weer. Bij mij aan tafel Nadia Schönentwit, directeur van het hospice en Rudy Cortizos, ambassadeur van het werk. Beiden van harte welkom. U bent directeur van het hospice, u bent ambassadeur zoals dat dan zo mooi heet, maar in ieder geval iemand die.
[00:00:48] Speaker B: Zeer nauw betrokken met ons.
[00:00:50] Speaker A: Heel nauw betrokken inderdaad. Maar we kennen u, meneer Cortises, uit het nieuws. Bij de opening van het Holocaust Museum, 10 maart 2024. Toen was u aanwezig. U heeft het museum geopend. U bent zelf Holocaustoverlevende. Maar daar gebeurde het een en ander. Het was daar niet een rustige bijeenkomst.
[00:01:07] Speaker B: Nee, het was geen rustige bijeenkomst. Er was nogal wat lawaai op de achtergrond. Ik heb er niets van meegekregen wat er op Waterlooplein is gebeurd. Want wij waren al een uur of anderhalf uur van tevoren bij het museum. Het enige wat ik mee heb gekregen, of wat we hebben meegekregen, is...
...bij de aankomst van de koning dat er lawaai werd gemaakt. En toen we naar de auto terug gingen met mijn schoonkleinzoon en mijn achterkleindochter... ...dat er geschreeuwd werd. Maar dat is niet meer dan 20 seconden geweest. Ik zeg er heel eerlijk bij... ...waarbij je ook in een soort van trance zou kunnen zeggen... ...ik heb er weinig van gemaakt.
[00:01:50] Speaker A: U was met hele andere dingen bezig.
[00:01:51] Speaker B: Het is iets bijzonders wat ik gedaan heb namens de Joodse gemeenschap in Nederland. als een van de overlevenden. Nee, 20 seconden heeft dat helemaal geduurd van het lopen langs die schreeuwende mensen.
[00:02:08] Speaker A: Ja, we komen daar zo meteen nog op terug, maar we zijn hier in deze uitzending om het te hebben over het jood zoals Pies Immanuel, want dat is in zwaar weer. Nadia, kunt u vertellen wat er aan de hand is?
[00:02:19] Speaker C: Ja, zeker. Allereerst dank je wel dat we hier mogen zijn en over onze prachtige hospice mogen vertellen.
Eigenlijk alle hospices in Nederland hebben op dit moment moeite met wat er allemaal gebeurt. Het heeft te maken met de overheid, het heeft te maken met de zorgverzekeraars. Wij hebben een extra aspect dat het moeilijk maakt. Even over de algemene aspecten. Wij worden gefinanceerd, dus als hospice, deels door de overheid. We krijgen subsidie. En daarnaast vragen we een eigen bijdrage, maar die is minimaal. Tenminste minimaal in de zin van minimaal bijdragen aan de kosten van het hospice. Het is uiteraard een bedrag dat toch voor sommige mensen ook moeilijk is. Ja, en dat is ook de reden waarom we donateurs hebben. Dan kom ik op de derde inkomstenbron. En donateurs zijn voor 50 procent, eigenlijk exact die 46 procent verantwoordelijk voor de continuïteit van de hospice.
[00:03:30] Speaker A: En daar zit het probleem op dit moment een beetje?
[00:03:32] Speaker C: Nou, eigenlijk zit het probleem dat de samenstelling van de financiering steeds moeilijker wordt. Want wij verwachten dat subsidie steeds kleiner gaat worden. Niet iedereen kan de eigen bijdrage betalen. En de donateurs, die moeten we continu uiteraard aanspreken. En ja, op bepaald moment, ja, hoe vaak kan je aan iemand geld vragen?
[00:04:06] Speaker A: Ja, dat is ook niet altijd makkelijk.
[00:04:07] Speaker C: Het is niet makkelijk, het is niet makkelijk.
[00:04:09] Speaker A: Maar als je in één zin zou moeten zeggen wat dit hospice, Immanuel, wat dit uniek maakt, wat zou dat dan zijn?
[00:04:19] Speaker C: Joods Hospice Immanuel is de enige Joods Hospice in Europa. Dus niet alleen in Nederland, maar in Europa. Iedereen bij ons is welkom. Maakt niet uit waar je vandaan komt, welke religie of betuiging. Iedereen is welkom.
We behandelen, we opereren vanuit onze Joodse visie, onze Joodse waarde. En dat maakt het uniek. De warmte, het feit dat je nooit alleen bent tot je laatste adem. Dat is iets bij ons heel belangrijk en heel waardevol en heel uniek.
[00:04:55] Speaker A: Ja, want een Joodse hospice of een hospice in zijn algemeenheid is de plek waar mensen echt voor de laatste levensfase komen.
[00:05:04] Speaker B: Laat ze adem uitblazen.
[00:05:06] Speaker A: Ja, laat ze adem uitblazen. Meneer Kortissels, wat betekent dit hospice voor u persoonlijk?
[00:05:11] Speaker B: Ik ben erbij betrokken. 18 jaar geleden toen het werd opgericht. Kort, omdat ik ook andere functies had, andere werkzaamheden.
Maar de laatste jaar zou je maar zeggen, anderhalf jaar, ben ik erbij betrokken omdat ik ervaren heb wat het betekent. Mijn vrouw is overleden en ik heb gemerkt, gezien, gevoeld wat voor bijdrage het hospice levert aan de aan het verzorgen van iemand die zijn laatste adem gaat uitblazen.
[00:05:49] Speaker A: Kunt u dat onder woorden brengen? Wat heeft het hospice u en uw vrouw gegeven op dat moment?
[00:05:54] Speaker B: Nog een keer.
[00:05:55] Speaker A: Wat heeft het hospice u en uw vrouw gegeven op dat moment?
[00:05:58] Speaker B: Warmte. Genegenheid.
Je zou bijna zeggen plezier, maar dat is het natuurlijk niet. Maar verzorging, ja, dat heeft het gebracht. Bij mij en bij mijn kinderen natuurlijk, en mijn kleinkinderen.
[00:06:17] Speaker A: Want het gaat niet alleen maar om medische zorg voor uw vrouw in dat geval, maar ook om het hele entourage.
[00:06:21] Speaker B: Nee, het gaat om het geruststellen van de naaste familieleden.
De affiniteit die iedereen heeft met degene die aan het overlijden is in feite. En daar heb je steun bij nodig. Professionele steun en semi-professionele steun zou ik willen zeggen. En die ervaring heb ik gehad en ik vond het geweldig.
[00:06:49] Speaker A: Ja, nu waarom een Joods volspies? Want in principe doet elke hospice toch wat u doet, namelijk goede zorg verlenen voor mensen die bijna overlijden. En waarom is dat Joodse karakter zo belangrijk?
[00:07:02] Speaker C: Toen het idee van het hospice in het hoofd van de oprichters kwam, was er inderdaad geen plek voor Joodse mensen als hospice in Nederland. Die was er niet. En waarom is het nodig Omdat je wil toch dicht bij je traditie, je wil dicht bij je levenswaarden.
En daarnaast was er ook geen plek voor mensen, overlevenden van de Tweede Wereldoorlog, van de Shoah, om met rust en vrede en veiligheid hun laatste fase van het leven Door te brengen.
[00:07:52] Speaker A: Dus overlevenden van Shoah of Holocaust overlevenden, krijgen die dan ook specifiek andere hulp bij het Jehova's Wispies?
[00:07:59] Speaker C: Het is niet dat er specifiek een categorie is, maar onze mensen zijn daarop getraind om met specifieke trauma's mee om te gaan. Als ik zeg onze mensen, dat zijn onze vrijwilligers. We hebben een ongelooflijk fantastisch team van vrijwilligers. We hebben ruim bijna honderd vrijwilligers die bij ons werken, die worden daarop getraind. En ook onze zorgteam. Want dat is wat gebeurt aan het eind van het leven, kan het zijn dat trauma's weer naar boven komen. En dat is niet specifiek alleen voor de eerste generatie, het kan ook tweede, derde of zelfs vierde generatie gebeuren. Want er wordt veel transmissie, waardoor mensen alsnog trauma's kunnen ervaren.
[00:08:43] Speaker A: Trauma's worden doorgegeven.
[00:08:45] Speaker C: Ja, ook mensen die bij wijze van spreken hun hele leven nooit volgens de joods traditie hebben geleefd, die hebben wij ook heel vaak, die komen bij ons en die ontdekken hun joods zijn weer opnieuw, op hun manier.
[00:08:59] Speaker A: Ja, meneer Cortizus, dat moet u mij wel even uitleggen, want het is dus een joods hospice, maar lang niet alle mensen die in het hospice zijn, zijn ook joods. Dus wat maakt het dan joods?
[00:09:09] Speaker B: Het staat open voor iedereen.
[00:09:10] Speaker A: Ja, wat maakt het dan zo joods?
[00:09:15] Speaker B: Het stilstaan bij de Joodse feestdagen zoals we binnenkort alsjeblieft aan Jom Kippoer hebben en met Ganoka bijvoorbeeld. Het kashrut, het eten wat op de kamers genuttigd wordt, mag, hoeft niet koozer te zijn, maar in de gemeenschappelijke ruimte is het wel koozer. En dat zijn elementen die het bevorderen om in zo'n hospice, ja ik zou bijna willen zeggen te sterven.
[00:09:51] Speaker A: Ja, was dat voor u en uw familie ook belangrijk dat uw vrouw zou overlijden in een Joodse omgeving?
[00:09:57] Speaker B: We hebben nooit besproken of er een ander hospice was. Voor ons was het Joodshospice een vanzelfsprekendheid eigenlijk. Dat komt ook omdat het in een regio in Amsterdam ligt dat dicht bij huis is. En dat betekent ook dat de mensen die daar werken, Vrijwilligers en SAF, bekenden waren van ons. Daar is grenkende discussie over geweest. Ze heeft het ook zo versloten.
[00:10:33] Speaker A: Ja, om daar heen te gaan. Komen er in het hospice ook mensen van buiten Amsterdam, vanuit heel Nederland?
[00:10:42] Speaker C: Sterker nog, zelfs uit het buitenland, dat gebeurt.
[00:10:46] Speaker A: Zelfs uit het buitenland?
[00:10:47] Speaker C: Ja, en het gebeurt omdat juist de familie of de naasten in de buurt van Tospies wonen. Dus we hebben iemand uit de regio Den Haag gehad recent. Haar kinderen wonen hier en dat is natuurlijk makkelijker voor hen. Dus het heeft heel veel te maken eigenlijk met de organisatie. Maar het kan ook zijn dat sommige mensen die ook familie niet in Amsterdam hebben, maar toch in het in het Joods Hospice willen zijn.
[00:11:21] Speaker A: En daar specifiek voor kiezen. Nu kan ik me voorstellen, want we volgen allemaal het nieuws de afgelopen twee jaar en we zien dat er ook een dramatische toename is van antisemitisme in ons land. Nu heeft uw organisatie het label Joods. Is dat ook een extra risico met zich mee?
[00:11:43] Speaker C: Ik blijf hopen van niet, maar die is er wel. Kijk, die is er altijd. We hebben kleine episootjes gehad van onaangename gebeurtenissen. Tot nu toe niks ernstigs, gelukkig. Maar we letten goed op beveiliging.
[00:12:01] Speaker A: Ja, maar ik kan me ook voorstellen, omdat u zegt, we bedienen een divers publiek, dus we hebben niet alleen maar Joden als klanten, om het zo te zeggen. Is dat mogelijk in deze tijd, om als Joods hospice een divers publiek te hebben, want daarmee haalt u ook de samenleving in huis?
[00:12:18] Speaker C: Juist. Ons hospice, als je kijkt buiten het hospice, polarisatie, mensen die elkaar niet fijn vinden, die niet meer met elkaar spreken, in ons hospice tegenovergesteld. Wij zijn bruggenbouwers. Wij zijn er voor de verbinding. En dat is ook part of Joods karakter.
[00:12:42] Speaker A: Kun je daar een voorbeeld van geven, van die verbinding die u ziet plaatsvinden?
[00:12:46] Speaker C: Ja, we hebben bijvoorbeeld zowel bewoners of familie van bewoners als vrijwilligers die niet-Jood zijn. Elke sabbat, elke vrijdagavond doen we een ki-douche. We doen een sabbat-ki-douche en we nodigen iedereen aan tafel om mee te doen. Zoveel mensen, ik krijg ook kippenvel als ik er aan denk, zoveel mensen die niet jood zijn, leren zo wie we zijn, wat we doen. Dus het is een manier om ook te delen, in plaats van te verdelen. We delen, we verbinden. En dat is zo merkbaar in het hospice.
[00:13:22] Speaker A: Ja, merkt u dat ook meneer Cortizos? Toen u daar vaker was, toen uw vrouw daar lag, merkt u dat ook, dat er die verbinding was?
[00:13:29] Speaker B: Ja en ik kan het ook met een voorbeeld staven. Ik heb in het verleden in de Joodse afdeling van het ziekenhuis in Amstelveen ook mensen die eigenlijk ver af stonden van het Jodendom en mensen die geen lid waren van een van de kerkgenootschappen, toch gevraagd aan mij om op sabbat of op vrijdagavond kiddo's te komen maken. En dat is wat Nadia bedoelt, die binding Die is erg. Die binding kan je eigenlijk heel moeilijk omschrijven, maar het is allemaal gevoelsmatig. Maar het gebeurt wel.
[00:14:14] Speaker A: Het gebeurt wel. Wat maak je eigenlijk mee? Want u komt regelmatig ook in het hospice, ook omdat u een van de ambassadeurs bent, zoals dat dan mooi heet. Maar welke verhalen blijven u daarvan bij?
[00:14:26] Speaker B: Geen. Ik praat daar niet over. Bij mij niet in ieder geval. Ik heb toevallig in de auto aan Nadja gevraagd van...
...is het volk hospice. En ik krijg een antwoord van ja, we hebben voldoende mensen. Zij zal mij nooit vertellen wie er wel ligt, ja of nee. Wie er wel patiënts zijn of bewoners zijn. Nee, daar wordt niet over gepraat. Maar het is een, denk ik, een... ...een Joodse eigenschap. Misschien. Om...
Die binding te blijven houden, ondanks datgene wat je daarnet zei. De verschillen die er zijn. De moeilijkheden in de wereld. Ik heb drie achterkleinkinderen, waarvan er twee op hospina zitten.
[00:15:16] Speaker A: Joods basisschool.
[00:15:18] Speaker B: En één op hormonalis zitten. Eén zit. Altijd onder bewaking. Komen en gaan. Met mijn ressourcee. Met mijn levende welzijn. Maar ze merken het niet meer. En toch blijven hun het doen.
[00:15:32] Speaker A: Ja, bij leven en welzijn is de beveiliging.
[00:15:34] Speaker B: De Joodse beveiliging.
[00:15:36] Speaker A: Ja, dus ondanks die beveiliging maar ze leven gewoon het leven wat ze willen.
[00:15:39] Speaker B: Het maakt de kinderen niet uit, er wordt ook nooit over gesproken.
[00:15:42] Speaker A: Nee.
[00:15:44] Speaker C: Wij gaan wel, sorry.
[00:15:45] Speaker A: Nadia, wat ik me afvroeg, want het is een heel bijzonder hospice, zegt u. Kunt u daar verhalen van vertellen? Welke verhalen blijven u nou bij? U zit er nu anderhalf jaar als doctor?
[00:15:58] Speaker C: Ja, een jaar, ruim een jaar.
Er zijn heel veel verhalen. Bijvoorbeeld niet zo lang geleden hadden we een bewoner die geen familie in Nederland had.
Joods is, maar ook nooit lid is geweest van welke synagoge of kerkgenootschap. En bij intake vragen we altijd aan mensen wat zijn hun wensen, ook ten opzichte van uitvaart, sterven willen ze, volgens de Joodse traditie, want we bieden alles, alles wat mensen willen, dat doen wij. En hij wilde dat wel, maar alleen hier zonder familie ook geen geld zeg maar om te realiseren.
We hebben het toch gedaan, we hebben het toch via ons bestuur, we hebben fantastisch bestuur. Zij hebben zo aan alle touwen getrokken mogelijk waren zodat deze man op een manier kon... Een Joodse begrafenis. Een Joodse begrafenis, die op een Joodse manier kon sterven. Dat konden we ook aan zijn familie, zijn familie in Israël en ergens anders. En dat zijn fantastische anekdoten. We hebben ook mensen die komen en die... zijn in, hoe zeg je in Nederlands, in denial van hun Joodse identiteit. Ze ontkennen hun Joodse, ze hebben nooit Joods, maar ze wilden toch in het Joods hospice.
[00:17:32] Speaker B: Op het laatste moment wel.
[00:17:33] Speaker C: En dan op het laatste moment komt alles naar boven en je ziet ze elke vrijdag aan de sabbat tafel en ze zijn weer zo bezig met hun Joodse Achtergrond, zeg maar, tradities. Dus dat is altijd heel erg mooi om te zien.
[00:17:52] Speaker A: Stel dat het hospice zou moeten sluiten, wat dan?
[00:17:56] Speaker C: Dat kan gewoon niet.
[00:17:57] Speaker A: Wat missen we dan?
[00:18:00] Speaker C: Vermissen we een essentieel institutie, een Joodse institutie in Nederland en zelfs in Europa, want waar kunnen dan alle Joodse mensen hun laatste, hun laatste, want ik kan me niet eens voorstellen, dat is iets dat voor mij bijna Nou ja, onmogelijk is.
[00:18:19] Speaker A: Het is geen optie, zegt u.
[00:18:20] Speaker C: Het is geen optie. Het is geen optie.
[00:18:24] Speaker A: Meneer Cortizos, u bent zelf Holocaustoverlevende. Kunt u vertellen hoe u de oorlog heeft overleefd?
[00:18:33] Speaker B: Ik zal het in twee zinnen zeggen, zoals ik dat ook doe op scholen, want ik geef les op scholen.
Ik ben geboren in januari 1939. En ik ben in december 1941, wat bijna drie jaar oud... ...door mijn ouders naar één van de vier onderdruikadressen in Amsterdam geweest. Zonder mijn ouders drieënhalf jaar. Mijn hele familie is vermoord.
Op een enkeling namen. Mijn vader heeft het overleefd en één stel grootouders. Dat zijn er 63 bij elkaar die vermoord zijn. En zo heb ik het overleefd. Door de goedheid van andere mensen. En niet iedereen is slecht. Ook Duitsers en NSB'ers niet. Want ik ben een tijdje in Amsterdam bij een NSB ondergedoken geweest. Hoe het mogelijk is. Ik heb geen idee. Het is heel jammer, mijn vader is heel vroeg overleden. 66 jaar geleden al. Ik heb het hem niet kunnen vragen. Ik denk dat ik hem niet wil vragen, want een kind heeft, zoals ik dat op school noem, een ingebouwd signaal. Een kind vraagt zijn ouders niet iets waarvan die kan bevroeden. En dat moet ik dan kinderen uitleggen wat dat woord betekent, dat hoeft hier niet. Dat het verdriet oplevert.
[00:20:08] Speaker A: Want dat was wel duidelijk.
[00:20:09] Speaker B: Wat?
[00:20:09] Speaker A: Dat zag u aan hem.
[00:20:10] Speaker B: Nee, dat voel je. Dat is het gevoel wat je hebt.
[00:20:14] Speaker A: Ja.
[00:20:15] Speaker B: Ik heb eens iets over mijn moeder gevraagd aan mijn vader en toen heeft hij gezegd...
Ach, je moeder zou toch niet oud zijn geworden, want ze had astma. Wat natuurlijk hygiënisch te cool is.
Die pufjes bestonden toen niet, maar er waren andere geneesmiddelen natuurlijk. En zo heb ik het overleefd.
[00:20:43] Speaker A: Op een gegeven moment, want u was nog heel jong, ook toen de oorlog afgelopen was. Wanneer beseft u eigenlijk dat zo'n groot deel van uw familie er gewoon niet meer was?
[00:20:54] Speaker B: Dat weet ik eigenlijk niet. Ik weet niet wanneer dat is geschreven, maar dat moet toch.
Toen ik misschien tussen twintig en dertig was. Of misschien iets ouder. Ik heb hier wel, dat moet in die tijd zijn geweest, want ik was heel jong dat ik trouwde. Tweeëntwintig. En er was een mediootse bruiloft, dan is het gebruikelijk als de ouders niet meer leven, dat iemand een substituut is. En dat was een neef van mijn vader met zijn vrouw. En daar heb ik heel veel contact mee gehaald. En...
Dat waren een soort van pleegouders, zo maar zeggen. En die hebben weleens het een en ander verteld. Maar het is iets wat langzaam gegroeid is.
[00:21:40] Speaker A: Ja, merkt u ook, want u noemde net, zeg maar, dat in het hospice ook mensen vaak in hun laatste levensfase meer, zeg maar, bezig zijn met het Joodsen. Merkt u ook dat die herinneringen aan de holocaust van u als jong jongetje, dat die nu u oud bent, meer impact hebben op u?
Of bent u er altijd wel bezig mee geweest?
[00:22:04] Speaker B: Juist, dat is de antwoord. Niet alleen ik, wij zijn er altijd mee bezig. Ik heb eens iemand gesproken... ...tijdens de bridge en die vroeg haar... ...en er is een musical geweest over Anne Frank... ...en die mevrouw werd gevraagd... ...ben je al naar die musical geweest?
Ik ben er niet naartoe geweest, even tenzijde. En die zei, iets wat ik vaak citeer. Nee, ik ben er niet naartoe geweest, dat hoeft ook niet. Voor mij is elke lag aan de bank. Begrijp je wat ik bedoel?
[00:22:46] Speaker A: En dat is bij u ook zo?
[00:22:47] Speaker B: Ja.
[00:22:51] Speaker A: Nu heeft u zich in uw leven in grote mate ingezet voor de Joodse gemeenschap, met name in Amsterdam. Daar heeft u ook een onderscheiding voor ontvangen, een koninklijke onderscheiding. U had dus ook een belangrijke rol bij de opening van het Holocaust Museum. Hoe heeft u dat ervaren?
[00:23:08] Speaker B: Tots. Dat is eigenlijk het woord wat ik wil zeggen. Voor mij was het, kijk eens, er zijn Nog ongeveer 2000 overlevenden en ik heb het gedaan om als een hommage aan de 102.000 die vermoord zijn, maar ook aan de toekomst.
Van de paar duizenden tot de paar duizenden. De joden die nu nog leven en die al of niet lid zijn van kerkgenootschappen en met het joden nog bezig zijn.
[00:23:49] Speaker A: Juist als eerbetoon ook aan hen.
[00:23:51] Speaker B: Het was ook een eerbetoon aan hun ja. Ik vond dat geweldig om te doen. Het klinkt heel gek. Maar ik vond dat heel bijzonder.
[00:24:01] Speaker A: Ja, en het is natuurlijk volop in het nieuws geweest. Daar hebben we het zojuist ook hard over gehad. Niet op een positieve manier, want er waren veel demonstranten. Er werd geschreeuwd, onder andere ook naar u en uw achterklein dochter. Als u er zo op terugkijkt, wat zijn uw gedachten daar dan bij? Overheerst dan de dankbaarheid? Of denkt u van, hoe kon dat toch?
[00:24:24] Speaker B: Nee, die dankbaarheid overheerst. Ik heb daar Fysiek uiteraard niet en psychisch heb ik daar geen enkel nadeel van ondervonden. De vader van Sarai heeft daar nadeel van ondervonden. Zij zelf niet. Ik heb haar toevallig van de week gevraagd, ik heb je vriend ontmoet. Ze begrepen het natuurlijk niet. De koningin, de Portugese zinnen vogel.
Nee, we hebben daar niets over gevoeld. En ik moet heel eerlijk zeggen, toen Femke Halsema bij mij thuis kwam, ook bij ons thuis kwam, moet ik zeggen. Ik zou niet willen zeggen dat ik excuses heb aangeboden om met ons te spreken over het gebeuren daar. Moet ik eerlijk zeggen, ik heb daar geen aantreden gevolgen van gehad.
[00:25:20] Speaker A: Maakt u zich zorgen over het antisemitisme dat opleidt? Nog een keer. Maakt u zich zorgen over het antisemitisme?
[00:25:25] Speaker B: Wie niet?
Wie niet? Ik denk dat... Het was altijd, het is er en het zal blijven. Waarom? Ik weet het niet. Er zijn een heleboel uitlegmogelijkheden. Maar ik vind het verschrikkelijk dat mensen zomaar door elkaar omgaan. Dat trikkert mij. Dat stoert mij.
Ik heb ook zelden in mijn leven echt een ruzie met iemand of iets gehad. Ik probeer ook, en dat heb ik vanaf 1962 gedaan, als onderdeel van je besuursfuncties, om prettig met mensen om te gaan, geen ruzies te maken, om alleen maar het positieve van het leven te zien. Zo moet je het eigenlijk zien.
[00:26:25] Speaker A: U geeft ook gastlessen op scholen, vertelt u. Maar is dat dan ook uw boodschap naar de jongere generatie toe, van jongens die moeten vriendelijk zijn voor elkaar?
[00:26:34] Speaker B: De boodschap naar de generatie, naar de schoolkinderen toe, want het zijn allemaal kinderen vanaf groep 8 tot, op een enkele uitschroeving, tot 6 vwo, in die deel van Nederland.
Dan zeg ik tegen de kinderen, leg ik uit wat de holocaust is. Want hoe verder we de tijd ingaan, hoe minder de kinderen en de docenten weten, helaas. En ik probeer ze uit te leggen wat de holocaust is. En ik probeer ze uit te leggen het verschil tussen de holocaust En wat er in Rwanda, in Cambodja, in Srebrenica gebeurd is. Maar ze weten niet eens waar die steden of landen liggen.
[00:27:22] Speaker A: Dus onderwijs is hard nodig.
[00:27:25] Speaker B: Ja, dat lijkt me wel. Ja, dan leg ik het ze uit. Maar ik zeg ze nog één ding. Ik eindig bijna altijd mijn voordacht. Als je nou vanavond thuiskomt, doe bijna een plezier.
Vertel je ouders wat ik je gezegd heb. Probeer het te vertellen. Want die weten het ook niet.
[00:27:49] Speaker A: Ja. Dus doorvertellen, dat is ook uw boodschap.
[00:27:52] Speaker B: Dus dat is mijn boodschap die ik je maak. Ik zeg je er heerlijk bij. Gezien de repercussies van met Natje Schijl, de staat Israël, die nu overal in de wereld een rol speelt, moet ik... iets aanpassen. Ik weet toch niet hoe, want ik ben met mezelf daar nog niet over eens.
[00:28:12] Speaker A: Ik wil tot slot in deze uitzending toch nog even terugkomen op het Jewish Hospice, want we hebben het gehad over het belangrijke werk wat daar gebeurt. Wat is er nodig voor het voortbestaan van het Jewish Hospice?
[00:28:29] Speaker C: Ik denk dat wat nodig is, is dat bekend is dat wij bestaan voor iedereen. Dat iedereen bij ons welkom is. Want heel veel mensen weten dat niet, omdat we heten Joods Hospice Immanuel en dan zeggen ze het is alleen voor Joodse mensen. Nee, het is voor iedereen. Echt voor iedereen. We hebben ook moslimmensen, we hebben imamen over de vloer gehad, we hebben priesters over de vloer gehad, we hebben rabbijnen. Alles komt bij ons langs en iedereen is welkom. Dus eerst dat het bekend is dat wij niet alleen voor Joodse mensen. Ten tweede is het heel belangrijk dat we steun krijgen. Dus we maken altijd oproep naar iedereen die iets aan ons wil geven. Alles is welkom.
[00:29:20] Speaker A: Mensen kunnen geven.
[00:29:20] Speaker C: Die kunnen giften geven, ze kunnen naar de website en dat staat hopelijk duidelijk aan hoe ze ons kunnen steunen. We krijgen ook heel veel giften van mensen die bij ons, of van naasten van mensen die bij ons zijn. hebben gelegen. Fantastische dankbaarheid. Soms zijn er honderd planten bij ons geleverd voor de vrijwilligers en voor het zorgteam. Soms krijgen we een bedrag zodat we iets leuks kunnen doen met elkaar. Maar we hebben inderdaad geld. Het klinkt misschien heel gek, maar geld is nodig. We gaan binnenkort verbouwen ook. Daar hebben we grote donaties ontvangen, daar zijn we heel dankbaar voor.
[00:30:05] Speaker A: Ja, maar het geld blijft nodig.
[00:30:07] Speaker C: Geld blijft nodig voor de continuïteit. En vrijwilligers.
[00:30:10] Speaker A: En vrijwilligers ook.
[00:30:11] Speaker C: En vrijwilligers, want we hebben vrijwilligers die al meer dan 18, of tenminste sinds het begin zijn, 18 jaar, ze worden ook een dagje ouder. En ondanks het feit dat ze bijna allemaal nog steeds alles kunnen, Het is duidelijk dat natuurlijk heel veel langer gaat dat niet duren. Dus we zijn altijd op zoek naar nieuwe vrijwilligers die bij ons hun bijdrage willen leveren.
[00:30:34] Speaker A: Ja, en als mensen meer informatie willen, dan kunnen ze terecht op de website.
[00:30:37] Speaker C: Op de website, dat is joodsospiciemanuel.nl. Dat is joodsospiciemanuel.nl.
[00:30:44] Speaker A: Ja, Rudy Cortizos en Nadia Schoentwit, beide van harte welkom. Fijn dat jullie in onze uitzending waren. En u thuis ook bedankt voor het kijken en u heeft de oproep gehoord. Als u het Joods Hospice Immanuel wilt steunen, dan kunt u naar de website joodshospiceimmanuel.nl en daar kunt u ook kijken of u eventueel vrijwilliger kunt worden. Daar kunt u zich ook gewoon via de e-mailadres op de website voor aanmelden. Nogmaals, veel dank voor het kijken en graag Tot de volgende keer.