Podcast 7 juli • Israël: Hoe het Evangelie ons wakker schudt (Deel 1)

July 07, 2025 00:47:25
Podcast 7 juli • Israël: Hoe het Evangelie ons wakker schudt (Deel 1)
Christenen voor Israël
Podcast 7 juli • Israël: Hoe het Evangelie ons wakker schudt (Deel 1)

Jul 07 2025 | 00:47:25

/

Show Notes

(Deel 2) Als mensen in de kerk zeggen niet zoveel met Israël te hebben of als in de samenleving de Jodenhaat springlevend is, waar komt dat dan vandaan? In twee studies gaat Ds. Henk Poot daar op in en hij nodigt ons uit om eens anders naar Johannes en Lucas te kijken. 

View Full Transcript

Episode Transcript

[00:00:06] Goedendag weer. We gaan verder met het tweede deel van het Twee Luik. Vorige keer hebben we gesproken over de jodenhaat, over het om zich heen gegrijpende antisemitisme wat eigenlijk nooit weg geweest is. En wat er al vanaf het begin van de weg van God met Israël is. We hebben gesproken over de overste van de wereld en zijn strijd met alles wat heilig voor God is. En we zijn geëindigd met Met het anders lezen van de Bijbel, misschien voor sommigen van u, maar voor anderen weer niet. In ieder geval, als we de Bijbel ingaan, dat natuurlijk alles mee te maken heeft, hoe lees je een godswoord? En een van de dingen die we gezegd hebben, betrek het nou niet altijd te vlug op jezelf? Zeker als het gaat om de profeten, maar zelfs ook als het gaat om de evangelie. Want zo'n evangelie als Johannes hebben we de vorige keer gezien. Dat heeft zijn eerste focus op het Joodse volk. En die begrijpen het ook. Die begrijpen elk hoofdstuk, de diepere betekenis die daarachter ligt. Dat wil niet zeggen dat God's stem ook niet tot ons spreekt. Maar eerst luisteren en dan luisteren en weer luisteren. En dan hoor je zijn stem ook voor je eigen leven. [00:01:22] Vandaag gaan we naar het evangelie van Lucas en zullen we stilstaan bij hoe komt het nou dat die jodenafkeer de kerk is ingeslopen. Dat zou je toch helemaal niet verwachten. En ja, onderhuids, soms ook bovenhuids, nog steeds daar aanwezig is in delen van de kerk. Goed, we gaan beginnen met het gebed. Eer God in de hemel. [00:01:53] Ik kom in alle eerbied en nederigheid voor u en we willen spreken over uw woord en we willen dat naar trouw en waarheid doen. Wilt u ons leiden door uw heilige geest, wilt u ons leiden zodat we werkelijk uw woord laten spreken en niet onze eigen woorden, dat we niet heersen over het woord, maar dat uw woord heerst over onze gedachten en over ons hart en over onze wil. Dat bidden we u in Jezus' machtige naam. Amen. Ja, ik begin ergens in Lukas, in Lukas 8. De heer Jezus is eigenlijk heel vaak, het grootste gedeelte, alleen maar met zijn prediking van de komst van het Koninkrijk, want dat is zijn prediking, dat staat in Lukas 4, is hij in het land van Israël, waar de Joden wonen, waar de andere stammen wonen, als ze er nog zijn. Soms steekt hij over. Een enkele keer. En dat leest u in Lukas 8. [00:03:01] En dan staat er z'n voerder vanuit Galilea naar het land van de Gerazene, dat tegenover Galilea ligt. Over stuk 8 versie 26. En toen hij aan land gegaan was, kwam hem een man uit de stad tegemoet, die door boze geesten bezeten was. Sinds lang had hij geen mantel meer aan en woonde niet in een huis, maar in de graven. [00:03:24] Toen hij Jezus zag, stiet hij een kreet uit en hij viel aan zijn voeten en sprak met luide stem. Wat hebt gij met mij te maken, Jezus, Zoon van de Allerhoogste? Ik smeek u, dat ge mij niet pijnigt. Want hij gaf de onreine geest bevel van de man uit te varen. [00:03:43] Want menigmaal had de geest hem met geweld medegesleurd en om hem te bewaken werd hij met ketenen en voetboeien geboeid. Maar hij brak de boeien stuk en werd door de geest naar eenzame streken gebreven. En dan komt het. En dan vraagt de Heere Jezus aan die boze geest, wat is uw naam? En dan zegt die boze geest, legioen. [00:04:05] En dan smeken die geesten, vele geesten, legioen hem, dat hij hen niet zal bevelen om in de afgrond te varen. En dan is daar op die bergen kunnen zwijnen en dan gaan die boze geesten in die zwijnen en dan gaan die zwijnen, die lopen het meer in. En die verdrinken daar. Er zijn zwavelbronnen en dan versmoren ze, als het ware. En dan wil die man graag bij de heer Jezus blijven, en dan zegt de heer Jezus... Nee, je moet daar blijven, in het buitenland zeg maar, en daar moet je je werk doen. Daar moet je getuige van mij zijn. Waarom ik het gelezen heb, is dat het op een bedekte manier, op een onbedekte manier iets vertelt over de bezetting van Jeruzalem. Dat zou je niet verwachten. Als Jeruzalem gevallen is, dan zal een van de legionen die in het jaar 70 heeft meegedaan met de verwoesting en de inname van Jeruzalem, zal de komende twee eeuwen daar aanwezig blijven. Legione van de Romeinen, en dan word je legioen Het legioen wat dat doet is het legioen Freitensis. En Freitensis heeft als wapenschild een varken. Dus heeft het legioen En die varkens waar die boze geesten invaren en de bevrijding die de heer Jezus geeft door zijn geest, door die boze geesten als het ware uit te drijven, heeft dat alles te maken met de geschiedenis van Israël en met de hoop die de boodschap van het evangelie geeft na de val van Jeruzalem. We zullen het zien. [00:05:57] We gaan naar Paulus toe. Lukas is een metgezel van Paulus, dat weten we dan wel. En Paulus is ervan overtuigd dat hij een bijzondere bediening heeft. Hij is op de weg naar Damascus door de Heer Jezus in zijn kraag gegrepen. Hij is niet van zijn Jodendom afgevallen, dat was zijn bekering niet. Maar hij is wel ongekeerd, zeg maar. [00:06:23] En hij gaat juist dat doen wat hij bestreden heeft. Hij gaat de heiden uitnodigen om deel te komen maken aan het koninkrijk wat van God op doorbreker staat. Want hij zegt dat de volheid van de tijd is aangebroken en het einde der eeuwen is gekomen. De heer Jezus spreekt over de komst van het Koninkrijk en hij heeft het nieuwe verbond gesloten met Juda en met Israël in zijn bloed, in zijn sterven. En dat nieuwe verbond is de beste wijn, zeg maar. God voor het laatst bewaard heeft en waarmee die zijn kinderen, de kinderen van Israël, maar dus ook heidenen die tot geloof gekomen zijn, klaar maakt om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Namelijk de reiniging, de vergeving van alle zonden en de Heilige Geest. Dat is het nieuwe kleed. Nicodemus hoeft geen kind van God te worden, dat is die al. Hij hoort tot de kinderen van God, maar hij moet wel van bovenaf geboren worden om dat Koninkrijk binnen te gaan. En dat, die boodschap gaat Paulus aan de heidenen brengen, aan joden trouwens ook, maar ook aan de heidenen. En de heidenen die dat geloven, die komen dan als het ware Israël binnen, het volk van God binnen. Paulus is ook niet bezig om een soort instituut te stichten, dat zal daar later van gaan komen. Nee, in eerste instantie komen ze gewoon onder de koepel van de synagoge. Er zaten al heel wat intellectuelen, vaak heidenen, die daar in de synagoge kwamen luisteren naar de uitleg van de tora, omdat ze dat zo'n geweldige filosofie vonden. Nou ja, en sommige van die heidenen die Paulus daar bereikt, ook in de synagoge met de prediking van het koninkrijk, die komen tot geloof. En dat Maar goed, dat is meer een andere zaak. Dat betekent nogal wat. Want kunnen die dan zomaar, zonder dat ze besneden zijn... en zonder dat ze jood worden, deel gaan uitmaken van het volk van God, zeg maar? Daar denken veel van zijn collega-rabbeinen heel anders over. En als ze daar dan onder de koepel van de synagogen zitten... En door de gemeenschap met de Zoon van God, met het levende woord, de gemeenschap met het levende woord, hoe gaan ze dan met de anderen om? Er is een conferentie, u weet dat, een conferentie, daarover lezen we in handelingen 15, waarin besloten wordt dat in ieder geval ook de gelovigen uit de heidenen, ook al hebben ze deel aan het levende woord en gemeenschap met de Zoon van God, toch een aantal dingen moeten doen waardoor het leven met joden die wel in de reësters geloven en trouw de wetten van Mozes volgen en joden die niet in de reësters geloven toch met elkaar kunnen blijven omgaan en veel van die verordeningen hebben te maken met het eten van voedsel. Dat als Joden en Heiden dan bij elkaar komen met het geloof in de ene God, dat ze elkaar dan niet irriteren en in de weg staan. En dat allerlei geschillen komen omdat de een volstrekt geen varkensvlees eet en de ander daar geen been in ziet. Goed, ik moet u zeggen dat, ik had er net over heidenen die in de synagoge komen en ook heidenen die tot geloof komen in de Heer Jezus en dat is in het begin helemaal niet zo'n probleem in die grote Romeinse wereld die het overal te zeggen heeft. Ze vinden de joden maar rare jongens, maar wel betrouwbaar en ze hadden er geen last van. In Rome, het verhaal gaat dat in Rome de joden zelfs de graanhandel, en dat was heel belangrijk natuurlijk om die miljoenen stad eten te geven, in de handel hadden. Nee, ze vinden het prima. Het is zelfs zo dat het jodendom een bevoorrechte godsdienst is. Dat komt uit de tijd van Cesar. Toen hadden de joden in het heilige land Caesar geholpen en toen had hij als beloning tegen ze gezegd, nou dan hoeven jullie geen offers te brengen aan de Afroden, geen offers te brengen uit solidariteit met het Romeinse Rijk, daar zijn jullie van vrijgesteld. Ze waren religio likita. Ze waren gewaardeerd om hun morele lessen vanuit de Torah en dat Mozes een hele oude wetgever was, dat sprak de Romeinen nogal aan. [00:10:55] Maar ze hadden een aantal dingen die iedereen wel een beetje vreemd vond. Namelijk dat ze een exclusief land hadden. Het beloofde land, het heilige land, het erfdeel van hun god. Dat ze daar een tempel hadden waar alles gebeurde. Daar konden de Romeinen wel iets bij bedenken. [00:11:13] Maar ook dat ze bijvoorbeeld één dag per week niks deden. Er wordt er ook heel grappend en spottend over gedaan, alsof de Joden één dag per week dan op bed gaan liggen en daar niet van af willen komen. Dat ze zich laten besnijden. Dat ze bepaald eten niet gebruiken, dat ze geen varkensvlees eten en geen bloed tot zich mogen nemen, niet van het verstikte mogen eten. Dat noemen de Romeinen, dat is een Romeinse uitdrukking, de werken van de wet. Daar worden Joden door gekenmerkt, zeg maar, door die drie dingen, de Sabbat die ze houden en dan dat ze de besnijding hebben en dat ze hun reinheidswetten hebben en hun voedselwetten hebben. Maar voor de rest hebben ze daar geen moeite mee. [00:12:00] Hoewel ik me wel kan voorstellen dat als er heidenen tot geloof komen in de God van Israël, en werkelijk het serieus nemen, tot geloof komen ook in de Heer Jezus, dat er in de familie natuurlijk nogal wat gebeurt. Want de hele samenleving in Rome en in Klein-Azië, waar het Romeinse Rijk is, is doordrengd van de godsdiensten. Het is geen privézaak, dat doortrekt het hele leven. [00:12:28] En dat betekent dat die bekeerlingen, dat die gelovigen uit de heidenen, die gaan niet meer naar de tempel van Afrodite. Paulus zal erover schrijven in 2 Korinther 3, wat heeft nou de tempel van God te maken met de Afgoden? Je draagt gisters als het ware in je en dan kun je daarmee niet overal naartoe gaan. Als je heilig bent, als je rijm bent, dan moet je je niet bevlekken met de onrijne godsdiensten. Dat is natuurlijk wel vreemd. En sommige familieleden die zullen ook tegen ze gezegd hebben, je zit zo vaak in de synagoge, zijn jullie nou eigenlijk ook joods geworden? Ja, dan moesten ze zeggen, ja een beetje eigenlijk wel. We laten ons dan niet besnijden, maar we gaan wel op de Sabbat naar de synagoge, want daar worden de schriften natuurlijk gelezen. We eten dan wel veel meer dan de Joden doen. [00:13:26] Ja, we hebben er wel heel veel mee te maken. We lezen ook hun Bijbel en we luisteren ook naar hun profeten en we geloven ook dat er een Koninkrijk in deze wereld zal komen en waarvan het middelpunt Jeruzalem is en dat de volken zullen opstromen naar Jeruzalem om daar de wegen des Heeren te leren. Dat vandaaruit de vrede zich zal uitstrekken over de aarde en dat er maar één God is. Ja, dat vond de familie vast allemaal wel heel Bijzonder. Ja. Moet je vertellen, Rome is het middelpunt en dat Romeinse Rijk en Rome zelf is natuurlijk heel anders dan Jeruzalem. Rome is een wereldstad, meer dan een miljoen inwoners. [00:14:13] En aan het hoofd staat, nog niet zo lang, maar staat een keizer. Keizer Augustus was de eerste. Na een bloedige burgeroorlog had hij daar zijn bewind gevestigd. En iedereen boog voor hem als knipmester, zeg maar. Hij zou de wereld vrede brengen. Hij laat munten slaan en dat staat op de redder van de wereld. En als hij de troon beklimt in Rome, dan gaat de boodschap van zijn troonsbestijging de wereld in en dat wordt een euangelion genoemd, een goede boodschap, een evangelie. Evangelie is wat dat betreft in eerste plaats geen bijbelswoord, maar een Romeins woord. Dat gaat de wereld in. Hij gaat de wereld de Gouden Eeuw inbrengen. Nou, dat is uiteindelijk niet helemaal gebeurd. Maar elke volgende keizer, ik heb Tiberius en daarna krijg je Caligula en dan Claudius en dan Nero. Die moet op een of andere manier wel uit de familie komen. Van Augustus wil die geaccepteerd worden als keizer. Nou, de Romeinse Rijk is heel groot. De troepen staan aan de Rijn, in Groot-Brittannië, Noord-Afrika en aan de rand ligt dan ook... [00:15:23] Judea, zo heet dat in die tijd, Judea en Galilea en Perea, waar de Joden woonden. Het heet nog geen Palestina, dat zal pas later door Hadrianus gebeuren in de tweede eeuw, zeg maar, na de tweede oorlog tegen de, of de derde oorlog tegen de Joden. Om de Joden te pesten heeft hij het land vernoemd naar de Filistijnen. [00:15:49] Maar goed, in dat Romeinse Rijk, in Rome zelf, dat is eigenlijk een fascistische staat. Daar tel je mee als je rijk bent, als je uit een goede familie komt en als je militaire successen behaald hebt. En de rest hangt daar een beetje bij. En om die rest wat in het gereel te houden, zijn er theaterspelen en toneelstukken. Er zijn amfitheaters en er zijn theaters waar dus toneelstukken worden opgevoerd. En er zijn gladiatorenspelen waar de mensen van smullen. Dat is Rome. En Jerusalem, dat ligt aan de rand. Daar gelden ook de Romeinse wetten, maar... [00:16:32] Als je daar naartoe gestuurd werd als gouverneur was je niet het beste jongetje van de klas, om het zo maar eens te zeggen. De mensen die de gouverneur werden in Jeruzalem, in Caesarea met name, die deden dat voor een jaar of zes en die zorgden dat ze vooral in ieder geval met een goede zak met geld daar vandaan konden gaan weer. Dat was zo'n beetje uitgekozen. [00:16:54] Maar Jerusalem was wel beroemd vanwege de tempelcomplex, waar 46 jaar aan gewerkt was. Het was op een berg, de berg was helemaal opgevuld door een heel groot plateau gekomen van een paar voetbalvelden groot, zeg maar. En dat was met marmen, er was geen kosten aan gespaard. Het was een prachtig bouwwerk, die tempel. Een fenomeen in die tijd, maar er waren geen amphitheaters. [00:17:18] Ik geloof dat er een wapenrentbaan was, maar dat was meer voor Herodes en zijn vriendjes, maar niet voor de inwoners van Jeruzalem. Er waren zo'n 40.000 inwoners en 10.000 van de inwoners waren priesters, die via het toerbeurt dan dienst in de tempel deden. En het was niet zo belangrijk als je daar rijk was. Of als je uit een bepaalde familiestam, dat zal wel meegeteld hebben, maar je was vooral belangrijk als je vroom was. En als je een schrift geleerde was, als je de schriften kende, dat telde in Jeruzalem. Niet of je militaire succes had behaald of iets dergelijks. Daarvoor moet je in Rome zijn. Er waren ook geen amphitheaters, dat was er allemaal niet. Er waren vooral sinagoges en er was vooral natuurlijk de tempel. [00:18:07] Ja. En een paar keer per jaar werd Jeruzalem overstroomd met meer dan een miljoen joden uit de verstrooiing, uit de diaspora, die daar op een van de drie hoge feesten, Pasen, Lofoten en Pinksteren, Jeruzalem kwamen bezoeken en dat brengt nogal wat geld in het laadje. Nou, dat is een beetje de situatie in de eerste eeuw ook. Op een gegeven moment, en dan hebben we het over de jaren zestig, dan komt er wat onrust. [00:18:36] En die onrust is er omdat een aantal jonge fanatieke priesters in Jeruzalem ontevreden zijn over de behandeling door het Romeinse Rijk. Zij hebben het idee dat die gouverneur, die zit er in Caesarea rijk te worden en met zijn vriendjes te golfen, om het zo maar eens te zeggen. En voor de rest bekomt hij zich nergens om. En dan weigeren ze, dat is bijzonder, dan weigeren ze om nog langer offers te brengen in de tempel namens de Romeinse overheid. Dat gebeurde dus. [00:19:06] Dat doen ze niet meer. En dan heb je een klein garnizoen en dat gaat dus even orde op zaken stellen in Jeruzalem en duidelijk maken dat dat zomaar niet kan. En vooral laten zien dat de Romeinen heus wel de baas zijn. [00:19:20] En als dat gebeurt, met bloedvergieten natuurlijk, dat gebeurt in die tijd. Er gaan een paar duizend mensen worden over de kling gejaagd om even te laten zien wie de baas is. En als dat garnizoen zich dan weer terugtrekt uit Jeruzalem, dan lopen ze in een hinderlaag en dan komen er een heleboel Romeinse soldaten om. En dan slaat de vlam in de pan. [00:19:39] De keizer die op dat moment op de troon zit in Rome, Nero, nou je hebt er vast wel van gehoord, die dirigeert drie legioenen, die zitten bij te komen na een campagne in Armenië, in Antiochie en Syrië, die dirigeert hij naar Galilea en naar Judea met de opdracht om zijn moores te leren. Het is een soort politionele actie. Er worden dorpen aangevallen, opstandelingen die er zijn, zeeloten, die worden over de klingen gejaagd en er is een soort oorlog tussen Rome en de Joden aan de gang. Niet zo groot, maar wel... Nou ja, Rome is bezig om zijn stempel weer op het gebied neer te zetten, om te zorgen dat er geen geen opstanden meer zijn. En dan sterft Nero in het jaar 68. En Nero die heeft geen nakomeningen. [00:20:46] Ooit was hij getrouwd, maar zijn vrouw kocht zo'n klap dat ze een miskaam had gekregen en gestorven was. En toen was hij getrouwd met zijn slaaf, die had hij laten kastreren, omdat hij een beetje leek op zijn overleden vrouw. En daarmee was hij getrouwd en daarmee liep hij door Rome heen, verkleed als bruid. Dus echt een vreselijke figuur. En dan sterft hij. En dan komt er een burgeroorlog, allerlei generaals die gaan naar Jeruzalem toe en legioenen die met elkaar botsen en het wordt echt een burgeroorlog. Een generaal uit Spanje, een generaal uit Gallië, wie wordt de nieuwe keizer? En dan is er een van die generaals van die legioenen in het Midden-Oosten die vechten met de Joden. [00:21:33] En die de Joden dus straffen zeg maar om hun opstand en wat er allemaal gebeurd is, Vespasianus, waarvan mensen zeggen, zou dat niks voor jou zijn om keizer te worden in Rome? En dan zegt hij, nee, dat is natuurlijk niks voor mij. [00:21:49] Ik heb... Ik kom niet uit de familie van Augustus. Dat is één. Dat is heel belangrijk. Twee, ik heb nooit grote militaire successen behaald. Ik heb een tijdje in Engeland gezeten, maar daar heb ik een beetje op de winkel gepast. En ik ben niet rijk. Mijn vader was een keuterboer. Maar ja, die burgeroorlog, die gaat maar verder. En die eist een vreselijke tol. Een heleboel slachtoffers. Tempels gaan in vlammen op in Rome. [00:22:18] En dan besluit Nero op aandringen dat hij dan toch een poging gaat maken om daar de nieuwe keizer te worden in Rome. En hij reist naar Alexandria in Egypte en hij wacht daar af voordat hij gaat oversteken, want er wordt eerst iets anders gebeuren. Hij zegt tegen zijn zoon Titus om het bevel over de legioenen over te nemen en om Jeruzalem te gaan aanvallen en Jeruzalem in te nemen. En als ze dat gedaan zullen hebben, dan kan hij naar Rome gaan en dan kan hij in Rome vertellen dat hij een geweldige overwinning, nou ja, geweldig, dat hij Jeruzalem veroverd heeft. En daarmee maakt hij misschien kans. En zo gebeurt het ook. [00:22:59] Koste wat kost, alles mag het kosten, zegt hij tegen Titus zijn zoon. En Titus valt Jeruzalem aan en na een beleg van een aantal maanden valt Jeruzalem. Het is net een periode waarin een heleboel Pelgens in de stad waren en meer dan een miljoen Joden komen om. [00:23:17] Het wordt één groot bloedbad, maar ook een heleboel Romeinse soldaten en de Joden die over zijn, die worden weggevoerd als slaven naar de zoutmijnen, naar de geleien en de slavenmarkten, die worden overvol. Het is één grote puinhoop in Jeruzalem. En dan gaat Vespasianus naar Rome en die zegt, wij hebben Jeruzalem veroverd. En hij brengt het alsof Amerika Moskou veroverd heeft. [00:23:46] Er staat natuurlijk ook niet zoveel voor. Er is alleen iets gebeurd wat eigenlijk niet had moeten gebeuren. Een Romeinse soldaat die heeft bij de inname van Jeruzalem een fakkel in het tempelcomplex gegooid. Er waren ook gevechten uitgebroken op het tempelcomplex en uiteindelijk is de tempel, die prachtige marmeren tempel, in vlammen opgegaan en verwoest. [00:24:13] Ja, zegt Titus tegen zijn vader. Daar was ik ook niet bij. Het is een beetje uit de hand gelopen. En dat was niet de bedoeling, maar het is nog eenmaal zo gelopen. En de moederen waren verhit. En dan zegt Vaspianus tegen Titus. Hoe heb je dat nou kunnen laten gebeuren? Daar kan ik toch niet mee naar Rome gaan? Ik kan toch niet zeggen dat het je uit de hand gelopen is? Dan zullen ze in Rome zeggen, als het je in Jeruzalem al uit de hand loopt. Hoe wil je dan ons grote gemeente Rijk gaan leiden? Dat is helemaal iets anders. En dat doet Titus. [00:24:42] Hij zegt het is duidelijk in de oorlog van Rome tegen Judea dat de God van de Joden zijn volk verlaten heeft. Anders had hij dit niet laten gebeuren. De tempel is verwoest als teken dat de God van de Joden zijn volk verworpen heeft. En dat wordt het verhaal. [00:25:04] En Vespasianus maakt er een enorme show van. Dat moet ook wel om indruk te maken. Grote processies door Rome, trioofbogen, de menorah wordt meegetoond en de tempelschatten meegedragen en de tempelschatten en de boekrollen, want het is voorbij met het jodendom, het is over en uit met het jodendom. De tempel wordt ook niet herbouwd, er ging weleens meer een tempel in vlammen op en dan herbouwden ze dat weer, maar dat doen ze nu niet om duidelijk te maken dat de God van Israël Inderdaad, dan hadden ze maar niet tegen Rome in opstand moeten komen als zijn volk verlaten heeft en dat het voorbij is. [00:25:44] En met de buit van de Joodse oorlog laat Vespasianus het grootste amfitheater bouwen wat de wereld kent, het Colosseum. Daar kun je schepen laten varen. Alleen al bij de opening van het Colosseum, waar 50.000 mensen kunnen zitten, worden er meer dan 100.000 dieren gedood. Hij laat munten slaan met Judea is gevallen. [00:26:14] En het legioen met in zijn vaandel het vark, het onreine dier, dat bezet wat er van Jeruzalem over is en dat zal 200 jaar lang duren. Het legioen. Ja. En het blijft een beetje zo. [00:26:32] Vespasianus sterft en Titus wordt de nieuwe keizer en die sterft en Domitianus die is een tijdje keizer en daarna iemand anders uit een andere familie, Traianus, maar allemaal hebben ze die overwinning op Judea nodig voor de bune en voor hun eigen image. Ja, 70. In de jaren daarna. [00:27:00] En dan wil je natuurlijk geen Jood meer zijn. Want van bevoorrechte godsdienst ben je ineens staatsvijand nummer één geworden. En dan zie je langzamerhand dat allerlei heidenen die in de synagogen zitten en die ook in Jezus geloven, langzamerhand toch een beetje afstand nemen van die synagogen. En voor zichzelf gaan beginnen. [00:27:27] Het is zelfs zo dat het Romeinse Rijk een aparte belasting heeft uitgevaardigd voor alle mensen die jood zijn. Dat is om daarmee de heidense tempels meer te restaureren die in vlammen waren opgegaan in Rome. De fiskus judaicus. Nou ja, door die niet te betalen geef je aan dat jij geen jood meer bent. En er ontstaat een stroming van heidengelovigen die dus de synagogen verlaten. Die ineens geen stroming meer wil zijn binnen het jodendom. [00:27:58] en die dat verhaal van God heeft zijn volk verworpen overneemt en zegt ja dat zou best eens kunnen en dat wij het nou zijn. [00:28:10] En hebben jullie dan niks met de tempel? Nee, daar hebben we ook niks mee. Dat is voorbij, want het belangrijkste offer is gebracht. Maar het was natuurlijk niet alleen een offerplaats, maar ook een huis van God, een gebedshuis. Het was de plek van God, waar die wilde wonen op aarde, de voetbank van zijn voeten, maar daar hebben ze het niet meer over. Ze hebben het ook niet meer over de profeten, dat doet er allemaal niet meer toe. Wij zijn het nieuwe volk van God. Wij zijn geloviger, vruchtbaarder en gehoorzamer. Ja, zo wordt dat. [00:28:40] En die groep mensen, die kerk zeg maar, het is Christendom, die heeft de wind in de zeilen. Want ze hebben niet een apart land meer. Ze hebben niet een of andere tempel die centraal staat. Ze brengen ook geen offers meer. Ze hebben een hele morele levenswijze. Het gaat erom hoe je een deugdzame burger wordt, zeg maar. En ze hebben één boodschap die iedereen geweldig vindt. En die boodschap die is, er is leven na de dood. [00:29:10] In Israël was dat niet zo naar voren gekomen. Er was wel een koninkrijk dat zou gaan komen, maar dat geloofde de fariseus dan. Maar de staliseus geloofde helemaal niet in leven na de dood. En de heidenen wisten er helemaal niet zoveel over te vertellen. Ja, een paar keizers werden dan bevorderd tot goden op de berg Olympus, maar voor de rest wisten ze allemaal dat er was een zompig bestaan ergens in het hiernamaals. Maar de kerk die brengt de boodschap van de hemel. [00:29:41] Je hoeft er ook niet meer toe. En het duurt maar even of dat jonge christendom dat vereenzervigt zich met een Griekse filosofie, met een Grieks-Romeinse filosofie die in feite zegt hier beneden is het niet en waar gaat het om? Het gaat erom dat wij ergens in het universum, in de wereld waarin alle volmaakte dingen zijn, terechtkomen. En waar het ons nu om moet gaan is hoe kom je daar? [00:30:10] Jeroenselem doet ze niet meer toe. En langzamerhand, ik ga er nou met zeven maandelslaagse doorheen, maar de tijden worden veranderd. De dag van de opstanding is natuurlijk een geweldig belangrijke dag, maar dat wordt de nieuwe Sabbat, zeg maar. En de paasdatum wordt ook op een andere dag gezet. En op een gegeven moment zegt de kerk, buiten de kerk is geen zaligheid. Dus dat betekent dat Joden eigenlijk afstand moeten doen van hun tradities. [00:30:41] en over moeten gaan naar de kerk willen ze deel kunnen hebben aan het koninkrijk van God wat hem beloofd is in de profeten. Tja, het is wat. Maar zo gaat het wel. Er komen allerlei geschiften in de kerk die natuurlijk ook mensen helpen om op een nieuwe manier met de Bijbel om te gaan. [00:31:07] Want het Nieuwe Testament is er aanvankelijk nog niet. Wel, de prediking van de apostelen, hier en daar wat brieven en evangelieën worden geschreven. Maar zo, er is nog geen kanon, zeg maar. Zo ontstaat er een boekje van Pseudo Barnabas, niet de echte Barnabas, maar goed, het boekje moet een naam hebben, wil het verkopen. En die zegt, als er staat in de Bijbel dat je geen varkensvlees mag eten, dit is maar een voorbeeld uit dat boekje, betekent dat natuurlijk niet dat je geen varkensvlees mag eten. [00:31:36] Wat God bedoelde, God die een verterend vuur is, een ontoegankelijk lichtsbewoning, die bemoedt zich toch niet met wat we eten. Wat God bedoelde, dat was een geestelijke boodschap, hij bedoelde dat je niet als een varken moet gedragen. Zo zijn er ook gelovigen die gillen, zo'n varkens kunnen gillen. En die bidden, bidden, bidden, dat ze ons wegen en als ze dan ...movarend geworden zijn, dan wil je niet weten waar ze uithangen. Zo heb je varkens, die hun maag hebben volgegeten, hun buik hebben volgegeten, gaan ze in de modder liggen. Nou, zulke mensen, dat verafschuwt God. Dan kun je een les uiterkennen. Joden hebben dat primitief, als ze zijn verkeerd begrepen natuurlijk. Die hebben eeuwenlang geen varkensfles gegeten, eten het geloof ik nog steeds niet. Ja, zegt iemand, in de tweede eeuw... ...die zegt, Joden om een school bij geloof. Die eeuw Gneters. [00:32:31] En de geschiedenis van Israël is vooral een tijd van geduld en verdraagzaamheid van God geweest. Het brengen van offers getuigd van waanzin en heilendom. Het onderhouden van de Sabbat is bijgeloofd en het niet eten van bepaald voedsel is ronduit belachelijk. Christos de Mes zegt, de synagoge is net op oordeel. Al die Joden die zijn uit op bloed, op macht en ze zijn ook nog zo op seks belust. [00:32:57] We gaan door de geschiedenis heen. Augustinus, de kerkvader, heeft een briefwisseling met Hieronymus, die in Bethlehem de Bijbel aan het vertalen is, over de vraag of je de Joden nu moet laten leven. [00:33:10] of dat je ze moet doden met z'n allen om daarmee God hun eer te bewijzen. Uiteindelijk zegt Augustinus, laat ze maar leven en door hun ellendige staat waarin ze verkieren, kan iedereen zien dat wij gelijk hebben, dat wij het zijn, dat wij het nieuwe volk van God zijn. Maar één ding is duidelijk, je kunt niet allebei zijn. Of jood of christen. En dan komen langzamerhand allerlei... [00:33:36] Geboden, zeker als de kerk staatskerk wordt onder leiding van Constantijn, de eerste christelijke keizer. Dan komen er allerlei wetten dat joden en christenen niet met elkaar mogen huwen. En dat joden aparte kleding moeten dragen en dat ze in de stille week in huis moeten blijven. Uiteindelijk weet u wat daarvan komt. Zelfs Luther zal zeggen... dat het het beste is om al die Joden maar samen te drijven in kampen en ze aan het werk te zetten en de synagoge en die boekrollen allemaal aan de vlammen prijs te geven. Dat is wat. Ja, waarom schrijft Lucas nou zijn Evangelie? [00:34:29] Als het waar is, dat is er natuurlijk over gediscussieerd, maar steeds meer mensen, ik geloof dat dat officieel ook is in de Bijbelwetenschap, die zeggen, het evangelie van Lucas is na de val van Jeruzalem geschreven, hij zal er een lange tijd mee bezig geweest zijn. Maar waarom schrijft hij dat evangelie nou? Is dat nou nodig? Hij laat hele hoofdstukken van Marcus, neemt die over? [00:34:57] En hij zegt in het begin, ik heb alles nog eens nagekeken en in geregelde orde heb ik dat op papier gezet. Wat wil hij nou duidelijk maken? Wat wil hij nou duidelijk maken? Ik denk dat hij een paar dingen wil duidelijk maken. Ik denk dat hij, hij schrijft in perfect Griekse, het is een jood uit de diaspora. [00:35:20] En hij wil de heidelgenovigen die een verkeerde afslag genomen hebben, wil die één ding duidelijk maken, dat er een doorgaande lijn is vanuit het Oude Testament naar het Nieuwe Testament. Dat God helemaal zo'n volk niet verworpen heeft. Hij opent zijn prachtige evangelie anders dan de andere evangelisten. Dat is het nieuwe bij Lukas. Hij spreekt over twee oudere mensen net zoals Abraham en Sarah. Die geen kinderen krijgen. En dan wordt Johannes de doper geboren. [00:35:50] En Sarah wil het eerst niet geloven en Abraham ook niet en Zacharias ook niet. En Johannes de Doper wordt geboren als de voorloper van de Messias. En als hij geboren gaat worden, dan zegt de engel Gabriel dat hij groot zal zijn, dat hij zoon van de Allerhoogste genoemd zal worden en dat God hem de troon van zijn vader David zal geven. Dat hij koning over Israël zal zijn tot een Ewigheid. En Simeon die spreekt over de vertroosting van Jeruzalem. En Hannah over de verlossing van Jeruzalem. En oom Zacharias die zingt over de bevrijding van Israël van al zijn vijanden. Daar opent Lucas zijn evangelie mee. Met andere woorden. [00:36:36] Heidegistenen, jullie nemen de verkeerde afslag. Jullie zijn geworteld in de lijn, in de geschiedenis van God met deze wereld, in de bedding van Israël. Daar heeft u geen afstand van genomen. Hoe kom je daarbij? Kom terug! Dat is één lijn. Dat is één lijn. En de andere lijn is... Het heeft geen zin om... Rome te vuur en te zwaar te bevechten, zoals de zeloten. Ook al kiezen jullie voor Barabbas. Het gaat in de weg van de heer Jezus, die door de dood heen is opgewekt. Die verheerlijk is in de hemel. [00:37:20] Paulus brengt het evangelie naar Rome toe. Begin met de tempel en het gaat naar Rome toe. En daar eindigt het als het ware met een open einde. Daar zit die man die van de geesten bevrijd is. En die moet daar blijven, die moet daar getuigen zeg maar. Rome wordt veroverd met het evangelie. Rome zal zich zo buigen voor de God van Israël, want dat is duidelijk. [00:37:51] Het heil van de wereld gebeurt niet los van Israël. Dat is ook de vraag van de emmersgangers in het Evangelie van Lucas. Dat zijn de vragen van die tijd. En wij dachten nog wel dat hij het was die Israël verlossen zou. Moet je kijken wat daar allemaal gebeurd is. En dan zegt de Heer Jezus tegen de emmersgangers. [00:38:11] Maar de profeten zeggen nog meer, al gij onverstandig aan het ragen van de hart, dat je niet alles gelooft wat de profeten gezegd hebben. Wat jullie geloven is waar. Hij gaat Israël verlossen. Het gaat om de vertroosting van Israël en om de verlossing van Jeruzalem. Maar het gaat door Leiden heen. Het gaat door Leiden heen, ook met Jeruzalem. [00:38:30] Ook met Jeruzalem en met Israël gaat het door Leiden heen. En de eerste vraag van de discipelen op de dag van de verheerlijking van de Heer Jezus is zult gij in deze tijd het Koninkrijk voor Israël dan oprichten? En dan zegt de Heer Jezus niet moet ik het nou nog een keertje allemaal vertellen want jij hebt er blijkbaar niks van begrepen. Nou hij zegt het is niet aan mij om de tijden en de gelegenheden te weten die de Vader aan zich gehouden heeft. Het gaat wel degelijk om het oprichten van het Koninkrijk van Israël. En in de verlossing van Israël wordt als het ware de wereld meegenomen. Als het Koninkrijk komt, komt het vanuit Jeruzalem en van daaruit gaat het over de wereld. En Rome, de Romeinen zullen optrekken naar Jeruzalem. [00:39:18] om zich daar neer te buigen voor de god van Abraham, Isaac en Jacob, die ook de god van het universum is, en zich daar neer te buigen voor de heiland van de wereld, die de leeuw uit de stam van Juda is. We gaan weer terug naar het begin. Over Lukas valt natuurlijk nog veel meer te zeggen, maar we gaan weer terug naar het begin waar we vorige week mee begonnen, die jodenhaat. [00:39:47] U snapt nou een beetje dat als de kerk niet luistert naar Lukas en zoiets formuleert, ja het was met het oude testament begonnen, maar daar loopt het als het ware uit weg. Ja, dan is het nog steeds in de kerk aanwezig en u zal u niet verbazen als Er is een leven na de dood en het is belangrijk om je daarmee bezig te houden. Maar er is meer. Het evangeli kan nooit bedekt zijn. Het evangeli kan nooit bedekt zijn. En als je daarover nadenkt, dan denk je wat is dan precies niet bedekt, waarin wij in het middelpunt staan, is het dat? Willen we een evangeli hebben wat draait om mij? [00:40:41] Of willen we een evangelie hebben wat draait om God? En als God Israël zijn oogappel noemt, heeft hij daar een streep door gezet? Heeft hij dat opnieuw gedefinieerd? Heeft hij daarbij gezet, ja dat is wel zo, maar dan moet je eerst... Is Israël niet meer de bruid van God? Heeft hij zijn bruid verstoten? Is dat de kerk nou geworden? De kerk is het ook. Omdat ze deelt in de belofte en de liefde van God aan Israël. En zo zouden we verder kunnen gaan. [00:41:10] Wat is dat toch, dat mensen in de kerk zich soms irriteren aan Israël. En als wij gewoon zeggen... [00:41:19] Ja, er is een bedekking op Israël en we geloven dat God op zijn tijd die bedekking zou wegnemen, maar ondertussen ze hebben God lief en ze dienen God en ze heiligen God en dat is geen werkheiligheid om daarmee zalig te worden, want daar zijn ze helemaal niet zo mee bezig als we dat dan zeggen. En als we spreken over de grote wonderen van God, dat hij zijn volk terugbrengt en dat Jeruzalem weer op de kaart staat, dan zullen de christenen zeggen, ja en? We gaan toch met z'n allen naar de hemel en dan moeten Joden geloven. Loop naar de hemel voor evig. Maar dat is toch niet wat de Bijbel leert? Dan moet je een heleboel bijhalen wil je dat zo veranderd kunnen hebben. Maar het overkomt God niet. Het overkomt God niet. Ik lees heel vaak de berichten op de israëlische media. [00:42:18] Ik las dat Israël zich steeds meer gaat richten op Azië, omdat, zo stond het op, the West is dying. Het Westen is aan het sterven. Is het zo? Is het zo, omdat ze de waarheid niet lief hebben dat God hen een, ons een dwaling gestuurd heeft, waarin we verstrekt raken, zodat we de leugen gaan geloven? [00:42:45] Is het zo dat God deze wereld heeft overgedragen aan het kwaad wat we zelf gekozen hebben? Is het niet zo dat God gezegd heeft dat de Verenigde Naties Jeruzalem zullen tillen als een lastige steen, maar dat ze zich daarmee zullen verwonden? [00:43:02] Is het niet zo dat de profeet Jezaja gezegd heeft dat duisternis de aarde zal bedekken en donkerheid de volkeren, maar dat over u een licht zal opgaan en dat de heerlijkheid des Heren over u gezien wordt en dat de volkeren dan de kinderen van Israël zullen thuisbrengen en dat uw hart zich zal verruimen als je ziet wat er allemaal gebeurt. God heeft alles in de hand. Jezus is de alfa en de omega. [00:43:32] Ik ga weer terug naar Genesis. Ik zal u tot een groot volk stellen. En in uw zaad zullen alle wolken gezegend worden. En ik zal u zegenen en gij zult tot een zegen zijn. En ik zal zegenen wie u zegent, maar ik zal vervloeken wie u vervloekt. Dit is een tijd van lautering. [00:43:53] We maken dat mee als christenen voor Israël. We maken dat mee als christenen die Israël lief hebben. Dit is een tijd van lautering. En kijk er niet gek van op, want we leven in een wereld die het verwerpelijk vindt om de God van Israël te aanbidden en te eren. God is weggedrukt uit onze samenleving. Het gaat tegen God en zijn gezelfde, kronk het in Psalm 2. Van ons de vraag is om niet om het zand uit onze ogen te strooien, om ons niet te laten verblinden, om niet het evangelie te bedekken voor een deel. Dat deel waarin God spreekt over zijn onberouwelijke belofte, waarvoor Jezus zelf een dienaar van Israël geworden is. Dit is een tijd waarvan God tegen ons zal zeggen, en waar was je toen? Waar stond je toen? [00:44:51] Heb je het opgegeven? Heb je omgedraaid? Of heb je vol hart in de liefde voor mij, voor mijn zoon en voor mijn volk? Laten we danken. Heer God, we willen u zegenen. Uw volk zegenen. Ja, we weten het, u houdt ook van andere mensen. [00:45:19] U houdt ook van de mensen die in de greep van de overste van de wereld zijn en die alles verwerpelijk vinden wat u heilig vindt. Hun bidden dat ze tot bekering komen. Dat ze terug zullen keren. De andere goden zijn schijngoden. En het is de vloek of de zegen. Er is geen tussenweg, er is geen niemandsland. [00:45:48] Misschien dat de wereld denkt dat ze in een soort niemandsland leeft waarin ze zelf de dienst uitmaken, waarin ze zelf bepalen wat ze mogen doen, waarin ze zelf de moraal bepalen bij een meerderheid van stemmen. Maar het zal komen. Op die grote dag dat alle knieën de hemel en op aarde en onder de aarde zich voor u zal buigen. Die grote dag waarop de doden zullen opstaan en we in een ondeelbaar ogenblik zullen veranderen. [00:46:18] Die grote dag waarin de vrede vanuit Jeruzalem de wereld over zal stromen. Die grote dag waarop de wolf bij het lam zal verkeren en de aarde vol zal zijn van de kennis van U zoals de wateren de bodem van de zee bedekken. Maar geloof dat dat gaat komen, omdat U één bent en omdat Uw woord vast is. Tenmidde van alle 666, tenmidde van alle gekrakeel op de massamedia, gaan al die woorden voorbij. [00:46:49] Op een gegeven moment zal de aarde stil zijn. En zal er nog maar één woord gesproken worden. Door het levende woord. Uw zoon. Het is volbracht. Het is begonnen. Laat ons delen in uw geest, in zijn geest. Om getrouwe dienstknecht en dienstmachter te zijn. Om u in ons leven te heiligen tegen de weerstand in. In Jezus machtige naam. Amen.

Other Episodes

Episode

March 29, 2025 00:05:20
Episode Cover

Zaterdag 29 maart - Tot zegen zijn in de vernedering

De 40-dagentijd is een periode van bezinning. We staan stil bij het lijden van Jezus, maar ook bij Zijn diepe verbondenheid met Israël en...

Listen

Episode

September 12, 2024 00:26:10
Episode Cover

Joanne Nihom weigert bitter te worden: “Verzoening tussen Joden en Palestijnen is mogelijk”

Arabieren en Joden, Druzen en bedoeïenen die in vrede samenwonen. Dit ideaal lijkt soms ver weg: de polarisering in Israël is groter dan ooit....

Listen

Episode

April 07, 2025 00:03:32
Episode Cover

Maandag 7 april - Lijden en heerlijkheid

De 40-dagentijd is een periode van bezinning. We staan stil bij het lijden van Jezus, maar ook bij Zijn diepe verbondenheid met Israël en...

Listen